N-01-01-001

   Geleider, halfgeleider en isolator

   N-01-01-001-vr

   N-01-01-002

   Stroomsterkte, spanning en weerstand

   Q = I x t

   N-01-01-003

   De eenheden ampère, volt en ohm

   N-01-01-004

   De wet van Ohm

   U = I x R

   N-01-01-004-vr

   N-01-01-005

   Elektrisch vermogen

   P = U x I

   N-01-01-005-vr

   N-01-01-006

   De eenheid Watt.

   N-01-01-007

   Aanvulling

   N-01-02-001

   Serie- en parallelschakeling van
   spanningsbronnen.

   N-01-02-001-vr

   N-01-02-002

   Batterij [ ampere-uur ]

   N-01-02-003

   Het lichtnet

   Ueff = Umax x 0.707

   Ugem = Umax x 0.64
   Utt = 2 x Umax

   010

   007

   N-01-03-001

   Radiogolven als
   elektromagnetische golven

   N-01-03-001vr

   N-01-03-002

   De voortplantingssnelheid en het
   verband hiervan met de frequentie
   en met de golflengte

   N-01-03-002-vr

   N-01-03-003

   Polarisatie.

   N-01-03-003-vr

   N-01-04-001

   De grafische voorstelling in de tijd

   N-01-04-002

   Frequentie

   f = p/s
   f = 1/t
   t = 1/f

   N-01-04-002-VR

   N-01-04-003

   De eenheid hertz

   N-01-05-001

   Audiosignalen.

   N-01-05-001-vr

   N-01-05-002

   Digitale signalen

   N-01-05-002-vr

   N-01-05-003

   De grafische voorstelling in de tijd.

   N-01-05-003-vr

   N-01-06-001

   Amplitudemodulatie.

   BB AM = 2xfmod

   N-01-06-001-vr

   N-01-06-002

   Enkelzijbandmodulatie.

   BB SSB = fmod

    N-01-06-002-vr

   N-01-06-003

   Frequentiemodulatie.

   N-01-06-003-vr

   N-01-06-004

   Draaggolf,zijbanden en bandbreedte.

   N-01-06-004-vr

   N-01-07-001

   Gelijkstroom-ingangsvermogen

    P= U x I
   P = U2 / R
   P = I2 x R

   N-01-07-001-vr

   N-01-07-002

   Hf-uitgangsvermogen.

   N-02-01-001

   Weerstand.

  
      P = I2 x R

   N-02-01-001-vr

   N-02-01-002

   De eenheid Ohm

   N-02-01-003

   Vermogensdissipatie.

   N-02-01-004

   Kleurcode

   N-02-02-001

   Capaciteit.                 

   N-02-02-001-vr

   N-02-02-002

   De eenheid Farad

   N-02-02-002-vr

   N-02-02-003

   Gebruik van vaste en variabele
   condensatoren

   N-02-02-003-vr

   N-02-03-001

   Spoel.
   De letter L in de elektro wereld
 

   N-02-03-001-vr

   N-02-03-002

   De eenheid Henry.

   N-02-03-002-vr

   N-02-04-001

   Trafo.

     n = Np/Ns
     P=P 
     Up x Ip = Us x Is

   N-02-04-001-vr

   N-02-04-002

   Gelijkrichtdiode

   N-02-04-002-vr

   N-02-04-003

   Zenerdiode

   N-02-04-003-vr

   N-02-04-004

   Transistor (toepassing als versterker).

   N-02-04-004-vr

   N-02-04-005

   Transistor (toepassing als oscillator)

   A=1

   N-02-04-005-vr

   N-03-01-001

Serie- parallelschakeling van weerstanden.

   N-03-01-001-vr

   N-03-01-002

Serie- parallelschakeling van condensatoren

   N-03-01-002-vr

   N-03-02-001

   Serie- parallelschakeling

   N-03-02-001-vr

   N-03-02-002

   Impedantie Z

   N-03-02-002-vr

   N-03-02-003

   Frequentiekarakteristiek

   Xl = 2 x pi x f x L 

   N-03-02-004

   Resonantiefrequentie.

   N-03-02-004-vr

   N-03-02-005

-Laagdoorlaat filter

-Hoogoorlaat filter

-Banddoorlaat filter

-Bandsper filter 

   N-03-02-005-vr

   N-04-01-001

   Enkel superheterodyne ontvanger

   N-04-01-001-vr

   N-04-01-002

   Rechtuit ontvanger
   Directe conversie.

   N-04-02-001

   [A3E] AM-ontvanger.

   N-04-02-002

   [F3E]  FM-ontvanger.

   N-04-02-002-vr

   N-04-02-003

   [A1A] CW-ontvanger.

   N-04-02-003-vr

   N-04-02-004

   [J3E]  EZB-ontvanger.

    N-04-02-004-vr

   N-04-03-001

Hf-versterker.

Oscillator  [vast en variabel]

Mengtrap.

Middenfrequentversterker

Detector

Zwevings-oscillator [BFO]

Lf-versterker.

Automatische versterkingsregeling. ( AVR )

Ruisonderdrukker  [squelch]
(alleen doel)

Voeding.

   N-04-03-001-vr

   N-05-01-001

   [F3E]  FM-zender met PLL

  N-05-01-001-vr

   N-05-01-002

   [A1A] CW-zender.

   N-05-01-002-vr

   N-05-01-003

   [J3E]  EZB-zender

   N-05-01-003-vr

   N-05-02-001

   Werking en functies.

   N-05-02-001-vr

   N-06-01-001

   Halvegolfantenne met voeding
   in het midden.

   N-06-01-001-vr

   N-06-01-002

   Halvegolfantenne met voeding
   aan het eind.

   N-06-01-002-vr

   N-06-01-003

   Kwartgolf verticale antenne [groundplane].

   N-06-01-003-vr

   N-06-01-004

   Antenne met parasitaire elementen [Yagi].

   N-06-01-004-vr

   N-06-02-001

   Open lijn en coaxiale kabel

   N-06-02-001-vr

   N-06-02-002

   Voor- en nadelen van open lijn
   en coaxiale kabel

   N-06-02-002-vr

   N-06-02-003

    Antenne aanpassingseenheid
   (alleen doel)

   N-07-01-001

   Ionosfeerlagen en het effect op

   de HF-propagatie

   N-07-01-001-vr

   N-07-01-002

   De invloed van de zonnevlekkencyclus
   op de  communicatie.

   N-07-01-002-vr

   N-07-01-003

    Fading

    N-07-01-003-vr

   N-07-01-004

   Troposfeer

   N-07-01-004-vr

   N-07-01-005

   De invloed van ...

   N-07-01-005-vr

   N-07-02-001

   HF, VHF, UHF frequentiegebieden

   N-07-02-001-vr

   N-08-01-001

   Gelijk- en wisselspanning.
   Gelijk- en wisselstroom.

   N-08-01-001-vr

   N-08-01-002

   Weerstand

   N-08-01-003

   Gelijkstroom- en HF- vermogen
   [Pgem en PEP].

   N-08-01-004

   Frequentie meting

   N-08-01-005

   Resonantiefrequentie.

   N-08-01-005-vr

  N-08-02-001

   Meetinstrumenten

   N-08-02-001-vr

   N-09-01-001

    Interferentie met het gewenste signaal

    (TV, VHF en omroep).
    Laagfrequentdetectie

   N-09-01-001-vr

   N-09-02-001

   •Veldsterkte van de zender
   •Ongewenste uitstraling van de zender
    [parasitaire uitstraling, harmonischen]
   •Ongewenste beïnvloeding van de
     gestoorde
     apparatuur:
   -via de antenne-ingang
   -via andere aangesloten leidingen
     (netsnoer, luidsprekersnoer e.d.)
   -door directe instraling

   N-09-02-001-vr

   N-09-03-001

   Filteren in het amateurstation
   Filteren bij de gestoorde apparatuur
   Ontkoppelen
   Afscherming

   Afstand tussen zendantenne en
   radio-/TV-antenne
   Vermijden van het gebruik van
   eindgevoede antennes
   Minimum vermogen
   Goede hf-aarding

   N-09-03-002

   Sociale aspecten
   (goede relatie met de buren)

   N-10-01-001

   De gevolgen van elektrische schok
   Voorzorgsmaatregelen tegen elektrische

   schok

   N-10-02-001

   Het verschil tussen fase, nul en aarde
   [kleurcode]
   Het belang van goede aardverbindingen
   Snelle en trage veiligheden

   N-10-03-001

   Geladen condensatoren
   Hoge spanningen

   N-10-04-001

   Het gevaar van blikseminslag
   Bescherming tegen blikseminslag
   Uitvoering van aarding

   N-11-01-001

   Q-code

   N-11-01-002

   Codes en afkortingen gebruikt in de      
   amateurdienst

   N-11-01-003

   Internationale noodsignalen, noodverkeer,
   communicatie bij rampen

   N-11-01-004

   IARU

   N-11-01-005

   Verbindingsprocedures

   N-11-01-006

   Roepletters in Nederland:
   Prefix
   Samenstelling van de roepletters

   N-11-01-007

   Buitenlandse amateurs in Nederland

  N-12-01-001

   Definitie van de amateurdienst en het
   begrip radioamateur

   N-12-01-002

   Artikel S25 van het Radioreglement

   N-12-01-003

    ITU-regio’s

   N-12-01-004

   Klasse van uitzending

   N-12-02-001

    Tijdelijk gebruik van een radiostation in de
    CEPT-landen

   N-12-02-002

   Tijdelijk gebruik van een radiostation in
   niet-CEPT-landen
   die deelnemen aan het systeem
   Novice Radio Amateur Licentie

   N-12-03-001

   “Onze minister” en “radioapparaat”
   Handhaving, opleggen van zendverbod

    N-12-04-001  

   Elektromagnetische compatibiliteit (EMC)

   N-12-05-001

   Alle voor radioamateurs bestemde
   bepalingen en tabellen