Graag fouten-foutjes in spelling of uitleg , of zgn. linken die niet lopen ,
aan PA3KYH@gmail.com doorgeven..
Exameneisen-Radiozendamateurs-Novice
01 Elektriciteitsleer, elektromagnetisme en radiotheorie
1.01 Stroomgeleiding
N-01-01-001 Geleider, halfgeleider en isolator
N-01-01-002 Stroomsterkte, spanning en weerstand
N-01-01-003 De eenheden ampère, volt en ohm
N-01-01-004 De wet van Ohm [U = I • R]
N-01-01-005 Elektrisch vermogen [P = U • I]
N-01-01-006 De eenheid watt
N-01-01-007 Aanvulling
-
1.02 Bronnen
N-01-02-001 Serieschakeling van spanningsbronnen
N-01-02-002 Batterij
N-01-02-003 Lichtnet
-
1.03 Radiogolven
N-01-03-001 Radiogolven als elektromagnetische golven
N-01-03-002 De voortplantingssnelheid en het verband hiervan met de frequentie en met de golflengte
f = 300 / λ λ = 300 / f
N-01-03-003 Polarisatie.
-
1.04 Sinusvormige signalen
N-01-04-001 De grafische voorstelling in de tijd
N-01-04-002 Frequentie
N-01-04-003 De eenheid hertz
-
1.05 Audio en digitale signalen
N-01-05-001 Audiosignaal
N-01-05-002 Digitaal signaal
N-01-05-003 De grafische voorstelling in de tijd
-
1.06 Gemoduleerde signalen
N-01-06-001 Voor- en nadelen van:Amplitudemodulatie
N-01-06-002 Enkelzijbandmodulatie
N-01-06-003 Frequentiemodulatie
N-01-06-004 Draaggolf, zijbanden en bandbreedte
-
1.07 Vermogen
N-01-07-001 Gelijkstroom-ingangsvermogen
N-01-07-002 Hf-uitgangsvermogen
-
02 Componenten
2.01 Weerstand
N-02-01-001 Weerstand
N-02-01-002 De eenheid ohm
N-02-01-003 Vermogensdissipatie
N-02-01-004 Kleurcode
-
2.02 Condensator
N-02-02-001 Capaciteit
N-02-02-002 De eenheid farad
N-02-02-003 Gebruik van vaste en variabele condensatoren:
lucht-, mica-, kunststof-, keramische en elektrolytische condensatoren
-
2.03 Spoel
N-02-03-001 Spoel
N-02-03-002 De eenheid henry
-
2.04 Overige componenten (toepassingen)
N-02-04-001 Transformator
N-02-04-002 Gelijkrichtdiode
N-02-04-003 Zenerdiode
N-02-04-004 Transistor (toepassing als versterker)
N-02-04-005 Transistor (toepassing als oscillator)
-
3 Schakelingen
3.01 Combinatie van componenten
N-03-01-001 Serie- en parallelschakeling van weerstanden
N-03-01-002 Serie- en parallelschakeling van condensatoren
-
3.02 Filter
N-03-02-001 Seriekring en parallelkring
N-03-02-002 Impedantie
N-03-02-003 Frequentiekarakteristiek
N-03-02-004 Resonantiefrequentie
N-03-02-005 Bandfilter
-Laagdoorlaat filter
-Hoogoorlaat filter
-Banddoorlaat filter
-Bandsper filter
4 Ontvangers
4.01 Uitvoering
N-04-01-001 Enkelsuperheterodyne ontvanger
N-04-01-002 Rechtuitontvanger
-
4.02 Blokschema’s
N-04-02-001 AM-ontvanger
N-04-02-002 FM-ontvanger
N-04-02-003 CW-ontvanger
N-04-02-004 EZB-ontvanger
4.03 Werking en functies van de volgende schakelingen
(Alleen als onderdeel van een blokschema)
N-04-03-001 Hf-versterker
Oscillator [vast en variabel]
Mengtrap
Middenfrequentversterker
Detector
Zwevingsoscillator [BFO]
Lf-versterker
Automatische versterkingsregeling
Ruisonderdrukker [squelch] (alleen doel)
Voeding
5 Zenders
5.01 Blokschema’s
N-05-01-001 FM-zender
N-05-01-002 CW-zender
N-05-01-003 EZB-zender
-
5.02 Werking en functies van de volgende schakelingen
(alleen als onderdeel van het blokschema)
N-05-02-001 Mengtrap
Oscillator (kristal en VFO)
Scheidingstrap
Stuurtrap
Frequentievermenigvuldiger
Vermogensversterker
Uitgangsfilter [pi-filter]
Frequentie- en fasemodulator
Balansmodulator
Zijbandfilter
Voeding
-
5.03 Zendereigenschappen
N-05-03-001 Frequentiestabiliteit
Hf-bandbreedte
Zijbanden
Uitgangsvermogen
Ongewenste hf-uitstralingen
Harmonischen
6 Antennes en transmissielijnen
6.01 Antennetypen (alleen opbouw, richteigenschappen en polarisatie)
N-06-01-001 Halvegolfantenne met voeding in het midden
N-06-01-002 Antenne met voeding aan het einde
N-06-01-003 Kwartgolf verticale antenne [groundplane]
N-06-01-004 Antenne met parasitaire elementen [Yagi]
-
6.02Transmissielijnen
N-06-02-001 Opbouw en gebruik van open lijn en coaxiale kabel
N-06-02-002 Voor- en nadelen van open lijn en coaxiale kabel
N-06-02-003 Antenne aanpassingseenheid (alleen doel)
-
7 Propagatie en frequentiespectrum
7.01 Propagatie
N-07-01-001 lonosfeerlagen en het effect op de HF-propagatie
N-07-01-002 De invloed van de zonnevlekkencyclus op de communicatie
N-07-01-003 Fading
N-07-01-004 Troposfeer
N-07-01-005 De invloed van de meteorologische omstandigheden op de VHF/UHF-propagatie
-
7.02 Frequentiespectrum
N-07-02-001 HF, VHF, UHF frequentiegebieden
-
8 Metingen
8.01 Meten
N-08-01-001 Gelijk- en wisselspanningen
Gelijk- en wisselstromen
N-08-01-002 Weerstand
N-08-01-003 Gelijkstroom- en hoogfrequentvermogen
N-08-01-004 Frequentie
N-08-01-005 Resonantiefrequentie
8.02 Meetinstrumenten
N-08-02-001 Universeelmeter (analoog en digitaal)
Staandegolfmeter
Frequentieteller
Absorptiefrequentiemeter
Dipmeter
Kunstantenne [dummy load]
-
9 Storing en immuniteit
9.01 Storing in elektronische apparatuur
N-09-01-001 Interferentie met het gewenste signaal (TV, VHF en omroep)
Laagfrequentdetectie
9.02 Oorzaak van de storing in elektronische apparatuur
N-09-02-001 Veldsterkte van de zender
Ongewenste uitstraling van de zender [parasitaire uitstraling, harmonischen]
Ongewenste beïnvloeding van de gestoorde apparatuur:
via de antenne-ingang
via andere aangesloten leidingen (netsnoer, luidsprekersnoer e.d.)
door directe instraling
9.03 Maatregelen tegen storingen
N-09-03-001 Voorzieningen ter voorkoming en opheffing van storingen:
Filteren in het amateurstation
Filteren bij de gestoorde apparatuur
Ontkoppelen
Afscherming
Afstand tussen zendantenne en radio-/TV-antenne
Vermijden van het gebruik van eindgevoede antennes
Minimum vermogen
Goede hf-aarding
N-09-03-002 Sociale aspecten (goede relatie met de buren)
-
10 Veiligheid
10.01 Het menselijk lichaam
N-10-01-001 De gevolgen van elektrische schok
Voorzorgsmaatregelen tegen elektrische schok
-
10.02 Netvoeding
N-10-02-001 Het verschil tussen fase, nul en aarde [kleurcode]
Het belang van goede aardverbindingen
Snelle en trage veiligheden, waardes van veiligheden
-
10.03 Gevaren
N-10-03-001 Geladen condensatoren
Hoge spanningen
-
10.04 Bliksemontlading
N-10-04-001 Het gevaar van blikseminslag
Bescherming tegen blikseminslag
Uitvoering van aarding
-
11 Nationale en internationale gebruiksregels en procedures
11.01 Nationale en internationale gebruiksregels en procedures
N-11-01-001 Q-code
N-11-01-002 Codes en afkortingen gebruikt in de amateurdienst
N-11-01-003 Internationale noodsignalen, noodverkeer, communicatie bij rampen
N-11-01-004 IARU aanbevelingen
N-11-01-005 Verbindingsprocedures
N-11-01-006 Roepletters in Nederland:
Prefix
Samenstelling van de roepletters
N-11-01-007 Buitenlandse amateurs in Nederland
-
12 Nationale en internationale regelgeving amateurdienst en amateursatellietdienst
12.01 ITU Radio Reglement
N-12-01-001 Definitie van de amateurdienst en het begrip radioamateur
N-12-01-002 Artikel S25 van het Radioreglement
N-12-01-003 ITU-regio’s
N-12-01-004 Betekenis van de symbolen voor de klasse van uitzending
-
12.02 CEPT-aanbeveling ECC REC (05)06
N-12-02-001 Tijdelijk gebruik van een radiostation in de CEPT-landen
N-12-02-002 Tijdelijk gebruik van een radiostation in niet-CEPT-landen
die deelnemen aan het Novice Radio Amateur Licentie systeem
-
12.03 Telecommunicatiewet (relevante artikelen)
N-12-03-001 Definities “Onze minister” en “radioapparaat”
Handhaving, opleggen van zendverbod
-
12.04 Europese regelgeving: EMC-richtlijn 2014/30/EG
N-12-04-001 Definitie elektromagnetische compatibiliteit (EMC)
-
12.05 De Regeling gebruik frequentieruimte met meldingsplicht 2015
N-12-05-001 Alle voor radioamateurs bestemde bepalingen en tabellen
-
┘