┘
001
Een zonnevlekkenmaximum komt voor, (gemiddeld) eens per:
a 15 jaar
b 11 jaar
c 9 jaar
-
002
De voortplanting van radiogolven over grote afstand in de 2-meter band is vooral
afhankelijk van:
a het aantal zonnevlekken
b de stand van de zon
c de temperatuurverdeling in de onderste luchtlagen
-
003
Regelmatige veranderingen in de ionosfeer ten gevolge van zonnevlekkenactiviteit treden op in een cyclus van:
a 11 dagen
b 11 jaren
c 11 maanden
-
004
Een zonnevlekkencyclus duurt gemiddeld:
a 5 jaar
b 11 jaar
c 17 jaar
-
005
De bruikbaarheid van de 28 MHz band voor intercontinentaal radioverkeer is het grootst:
a 's nachts, gedurende een periode van een minimum aantal zonnevlekken
b overdag, gedurende een periode van een maximum aantal zonnevlekken
b overdag, gedurende een periode van een minimum aantal zonnevlekken
-
006
Een zonnevlekkenmaximum komt voor, (gemiddeld) eens per:
a 9 jaar
b 11 jaar
c 15 jaar
-