N-07-01-003-vr
001
HF-signaIen zijn over lange afstand veelal onderhevig aan snelle fading.
Dit wordt veroorzaakt door onregelmatigheid van:

a   reflecties op de zee-oppervlakte
b   de demping in de D-laag
c   de reflecties in de F-laag


-
002
Twee of meer golven van een radiosignaal kunnen verschillende wegen volgen naar de ontvangantenne, waardoor de sterkte van het ontvangen signaal varieert.
Deze sterkteverandering heet:

a   reflectie
b   fading
c   absorptie


-
005
Lange afstand HF-signalen zijn veelal onderhevig aan fading.
Dit wordt in het algemeen veroorzaakt door:

a   veranderend zendvermogen
b   veranderende trajecten van het signaal tussen zender en ontvanger
c   veranderende demping van de atmosfeer


-
003
Een lokaal station in de AM-omroepband wordt ’s-avonds onvervormd ontvangen. Tegelijkertijd wordt op een nabijgelegen frequentie een veraf gelegen station met zo nu en dan ernstig vervormde modulatie ontvangen.
De meest waarschijnlijke oorzaak van deze vervorming is:

a   een fout in de zender
b   een plotselinge troposferische verstoring
c   selectieve fading


-
004
HF-signaIen zijn over lange afstand veelal onderhevig aan snelle fading.
Dit wordt veroorzaakt door onregelmatigheid van:

a   de demping in de D-laag
b   de reflecties in de F-laag
c   reflecties op de zee-oppervlakte


-
006
Fading of sluiering van radiogolven beneden 30 MHz ontstaat doordat:

a   ze langs meer dan een pad de ontvangantenne bereiken
b   de D-laag alleen overdag aanwezig is en deze de radiogolven grotendeels absorbeert
c   de absorptie van de D-laag afneemt met toenemende frequentie


-
007
Fading in de HF-banden (3-30 MHz) kan worden veroorzaakt door:

a   twee in lengte verschillende propagatiewegen
b   het toepassen van een te klein zendvermogen
c   regengebieden tussen zender en ontvanger


-