Serie- parallelschakeling van weerstanden.
Weerstanden in serie.
De weerstanden staan achter elkaar en hebben dezelfde stroom.
U=10V R=5Ohm I=?
U = I x R ,dus I=U/R 10/5=2 A.
UR=IR x R 2 x 5 = 10V .
Figuur 1
┘
Rt=R1+R2 5+5=10 Ω
U = I x R ,dus I=U/R 10/10=1A.
De 1 Ampère loopt door R1 en R2 SERIE.
Ur1=IR1 x R1 1x5=5V
Ur2=IR2 x R2 1x5=5V
Samen weer 10 V
Opm:
We zien dat de spanning verdeeld wordt in 2X5V en samen weer 10V is.
Rt=R1+R2 3+7=10 Ω
U=IxR ,dus I=U/R 10/10=1A.
De 1 Ampère loopt door R1 en R2 SERIE
Ur1=IR1xR1 1x3=3V
Ur2=IR2xR2 1x7=7V
Samen weer 10 V
Figuur 2
Figuur 3
Weerstanden Parallel
De weerstanden staan naast elkaar en hebben dezelfde spanning.
De spanning U is hetzelfde, maar de stromen anders.
I1=U1/R1 10/10 = 1 A
I2=U2/R2 10/5 = 2 A
I3=U3/R3 10/20 = 0.5 A
It=I1+I2+I3= 1+2+0.5=3.5 A.
Figuur 4
Figuur 5
= 2.857 Ω.
Rv=1/350exp-3 = 2.857 Ω
It=Ut/Rt 10/2.857 = 3.5 A
Figuur 6
┘
Rt = R1+R2
De weerstanden worden hier opgeteld.
Wet van Ohm