Periode en periodeduur.
Periodetijd= 1/5=0.2 s.
f = p/s >>>   f =p/s = 5 /1 = 5Hz

Anders:
f = 1/t

f = frequentie in Hz.
p = perioden.
t = tijd
>>>f = 1/0.2s = 5 Hz.
Hier is de priodetijd 20 msec.
f = 1/t    >>>   f = 1/20 milli = 1/20exp-3
Geeft een frequentie van 50 Hz.
Meer sinussen/seconde ,geeft een hogere frequentie.
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
jj_01_06_003v