001
De spanning over de weerstand Rc is:
a 20 V
b 0.2 V
c 19.8 V
d 9.8 V
-
002
De uitgangsspanning Uuit van de schakeling is ongeveer:
a 8.4 V
b 6.3 V
c 7 V
d 7.7 V
-
003
Van de transistor is de β =100.
De spanningsversterking van de schakeling is ongeveer:
a 100
b 20
c 5
d 1
-
004
Voor de transistor geldt: Ube = -0.5 v.
De zener-spanning is -2 v.
De spanning U is:
a -2.5 v
b -1.5 v
c 0 V
d -6 v
-
005
Voor een transistor geldt: Ube =0,7 V.
De basisstroom is te verwaarlozen.
Uce is:
a 4,3 V
b 5,0 V
c 0,7 V
d 10,7 V
-
006
De stroomversterkingsfactor is ongeveer ?
a 5
b 10
c 50
d 100
-
007
Voor een koelplaat voor transistoren kan het beste gebruikt worden:
a ijzer
b aluminium
c polystereen
d teflon
-
008
In de onderstaande figuur is het schema van een transistor schakeling weergegeven.
De transistor is ideaal verondersteld.
De spanning tussen emitter en collector (Uce) is gelijk aan:
a 20 V
b 10 V
c 8 V
d 0.5 V
-
009
Hier is een gedeelte van een versterker schakeling getekend.
Door het sluiten van de schakelaar S wordt:
a de versterking groter de bandbreedte groter
b de versterking kleiner de bandbreedte groter
c de versterking groter de bandbreedte kleiner
d de versterking kleiner de bandbreedte kleiner
-
010
De formule voor wiselstroomversterking van een transistor in GES is:
a Ic / Ie
b Ie / Ib
c Ic / Ib
d Ie / Ic
-
011
Voor de schakeling geldt:
a U2 is groter dan U1 in tegenfase met U1
b U2 is groter dan U1 in fase met U1
c U2 is kleiner dan U1 in tegenfase met U1
d U2 is kleiner dan U1 in fase met U1
-
012
De getekende schakeling stelt een versterkertrap voor, werkend op 145 Mhz.
Wat is juist?
a C1 is een keramische C C2 is een elco
b C1 is een gewikkelde C C2 is een keramische C
c C1 is een keramische C C2 is een keramische C
d C1 is een keramische C C2 is een gewikkelde C
-
013
Rc heeft een waarde van:
a 0.5 Kohm
b 1 Kohm
c 2.5 Kohm
d 3 Kohm
-
014
In de figuur is het schema van een transistor versterker weergegeven.
De transistor is ideaal verondersteld.
De waarde van Rb is:
a 2 kilo-ohm
b 5 kilo-ohm
c 195 kilo-ohm
d 245 kilo-ohm
-
015
Voor de transistor geldt Ube = -0.5 v.
De zenerspanning Is 2 V.
De spanning U is:
a -1,5 V
b -6 V
c 0 V
d -2,5 V
-
016
In de laagfrequent versterker schakeling is een silicium transistor toegepast.
Wat is de meest geschikte waarde voor de collector weerstand?
a 1 KΩ
b 3.9 KΩ
c 10 KΩ
d 30 KΩ
-
017
Wat is de spanning U als de transistor spert ?
a 0 volt
b 2 volt
c 8 volt
d 10 volt
-
018
Het vermogen dat de transistor dissipeert is ongeveer:
a 25 mW
b 30 mW
c 36 mW
d 60 mW
-
019
De stroomversterking Hfe is ongeveer:
a 5
b 10
c 50
d 100
-
020
Van de transistor is de Hfe = 100.
De spanningsversterking van deze schakeling is ongeveer:
a 100
b 20
c 5
d 1
-
021
In de figuur is het schema van een transistorversterkerschakeling gegeven.
De transistor is ideaal verondersteld.
De waarde van Rb is:
a 2 kilo-ohm
b 5 kilo-ohm
c 195 kilo-ohm
d 245 kilo-ohm
-
022
Van een transistor in gemeenschappelijke emittor schakeling is de stroomversterkingsfactor Hfe = 70.
In gemeenschappelijke basis schakeling is de stroomversterkingsfactor:
a 70
b 1.014
c 0.986
d 1/70
-
023
Voor de transistor geldt: Ube = -0.5 volt.
De zenerspanning is 2 volt.
De spanning U is:
a -1.5 volt
b -2.5 volt
c -6 volt
d 0 volt
-
024
Indien schakelaar S wordt gesloten, dan is na enige tijd:
a de spanningsversterking 2x zo groot
b de spanningsversterking 2x zo klein
c de collectorgelijkstroom 2x zo groot
d de collectorgelijkstroom 2x zo klein
-
025
De stroomversterkingsfactor is ongeveer:
a 5
b 10
c 50
d 100
-
026
Voor de transistor geldt:Ube = 0.7 v.
De basisstroom is te verwaarlozen.
Uce =
a 0.55 v
b 5.5 v
c 8.5 v
d 13 v
-
027
Van een transistor in gemeenschappelijke- emitterschakeling is de stroomversterkingsfactor ß = 70.
In gemeenschappelijke-basisschakeling is de stroomversterkingsfactor xb van deze transistor:
a 70
b 1,014
c 0,986
d 1/70
-
028
Van een pentode, ingesteld in klasse A, is het verband tussen Ia en Up gegeven bij een anodeweerstand van 5000 ohm.
De spanningsversterking is:
a 10 maal
b 20 maal
c 50 maal
d 250 maal
-
029
De voltmeter wijst 5 volt aan en heeft een inwendige weerstand van 2 KΩ.
Van de transistor is de ß = 100.
De ingangsweerstand R1 is ongeveer:
a 0.5 KΩ
b 2 KΩ
c 10 KΩ
d 20 KΩ
-
030
De waarde van Rb is:
a 60 kilo-ohm
b 120 kilo-ohm
c 160 kilo-ohm
d 180 kilo-ohm
-
031
De waarde van de weerstand Rc is:
a 0,5 kilo-ohm
b 2 kilo-ohm
c 2,5 kilo-ohm
d 3 kilo-ohm
-
032
Van de transistor is de ß = 100.
De spannings versterking van deze schakeling is ongeveer:
a 100
b 20
c 5
d 1
-
┘
033
Door het sluiten van de schakelaar wordt
a de versterking groter de bandbreedte groter
b de versterking kleinerr de bandbreedte kleiner
c de versterking kleiner de bandbreedte groter
d de versterking groter de bandbreedte kleiner
-