001

Deze schakeling kan worden gebruikt als:

a   frequentievergelijker
b   spanningsverdubbelaar
c   stroomstabilisator
d   spanningstabilisator

-
002

Een LED dient op een spanning van 12v te worden aangesloten via schema:

a 1
b 2
c 3
d 4

-
003

Van de gelijke zenerdiodes is de karakteristiek weergegeven.
Hoe groot is U?

a  12.8 volt
b  10.8 volt
c     7.4 volt
d     8.8 volt

-
004

De zenerdiode in de schakeling heeft de volgende karakteristiek.

De spanning U over de zenerdiode is weergegeven in:

a   grafiek 2
b   grafiek 1
c   grafiek 3
d   grafiek 4

-
005

Om een oscillator elektrisch te verstemmen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een:

a   varicapdiode
b   LED
c   zenerdiode
d   diodenbrug

-
006

Welke LED licht duidelijk op?

a   LED 2
b   LED 3
c   LED 4
d   LED 1

-
007

Voor een constante uitgangsspanning dient de ingangsspanning:

a. hoger te zijn dan de zenerspanning
b. Iager te zijn dan de zenerspanning
c. gelijk te zijn aan de zenerspanning
d. een wisselspanning te zijn

-
008

Als S1 geopend wordt zal de lamp:

a   gaan branden
b   blijven branden
c   gaan knipperen
d   uitgaan

-
009

ln de schakeling zal:

a. alleen lamp 2 branden
b. geen lamp branden
c: alleen lamp 1 branden
d. lamp 1 en 2 branden

-
010

Voor een constante uitgangsspanning dient de ingangsspanning:

a   hoger dan de zenerspanning te zijn
b   lager dan de zenerspanning te zijn
c   gelijk aan de zenerspanning te zijn
d   een wisselspanning te zijn

-
011

De diode D1 is een:

a   varicapdiode
b   gelijkrichtdiode
c   zenerdiode
d   LED

-
012

De dioden zijn gelijk.
Kies uit de alternatieven de combinatie van hoogste Uuit en Iuit die de schakeling kan leveren:

a   Uuit = 400 V   Iuit = 2 A
b   Uuit = 200 V   Iuit = 4 A
c   Uuit = 400 V   Iuit = 4 A
d   Uuit
= 200 V   Iuit = 2 A

-
014

Een capaciteitsdiode (varicap) wordt vaak gebruikt om:

a   een stroom te variëren
b   een signaal gelijk te richten
c   een spanning constant te houden
d   een oscillator te verstemmen

-
015

De belastingsstroom Ibel varieerd van 100 tot 300 mA.
Het maximale gedissipeerde vermogen door de zenerdiode is:

a   1 W
b   8 W
c   3 W
d   2 W

-
016

Een varicapdiode wordt meestal gebruikt voor:

a   het moduleren in een FM-zender
b   signaaldetectie in een AM-ontvanger
c   het stabiliseren van de voedingsspanning
d   het regelen van de versterking

-
017

Een zenerdiode wordt meestal toegepast om een:

a.. wisselspanning gelijk te richten
b.  voedingsspanning te verhogen
c.  signaal te versterken
d.  constante spanning te maken

-
018

In welke situatie is de diode gesperd?

a.situatie 3
b.situatie 1
c.situatie 2
d.situatie 4

-
019

Een veel voorkomende spanning en stroom van een LED zijn:

a   5 Ven 60 mA
b   1,7 Ven 20 mA
c   60 V en 20 mA
d   0,7 Ven 60 mA

-
020

Een variac is in principe een autotransformator.
De knop van de variac wordt zodanig gedraaid dat n1=100 windingen en n2=200 windingen.
U1 is dan:

A. 48 V
B. 60 V
C. 80 V
D. 240 V 

-
021

De spanning over Rb moet worden gestabiliseerd op 5 volt.
Rs moet zijn

a   24 ohm
b   50 ohm
c   20 ohm
d   10 ohm,

-
022

Welke van de onderstaande materialen wordt als basismateriaal voor de fabricage van halfgeleiders gebruikt?

a   koper
b   goud
c   silicium
d   mangaan

-
023

Een kenmerkende eigenschap ven een zenerdiode is:

a   de hoge weerstand in het doorlaatgebied
b   de sterke lichtgevoeligheid in het spergebied
c   de negatieve weerstand in het doorlaatgebied
d   de sterk toenemende stroom in het spergebied

-
024

Gegeven:
Zenerdiode 5V6,
P = 1W

Gevraagd:
Imax

-
025

Gegeven:
Zenerdiode 9V2
I = 30mA

Gevraagd:
Pzener

-
013

De zenerdiode in de schakeling heeft de onderstaande karakteristiek
De spanning U over de zenerdiode is weergegeven in

a   grafiek 2
b   grafiek 1
c   grafiek 3
d   grafiek 4

-
026

Gegeven:
Zenerdiode 5V6
Uin = 9V
IRi = 25mA

Gevraagd:
Ur
Pz

-