016
Van een ideale transformator is gegeven, dat het aantal windingen van de primaire wikkeling gelijk is aan n1 en het aantal windingen van de secundaire wikkeling gelijk is aan n2.
De wikkelverhouding N = n1/n2.
Aan de ingang van de transformator wordt een vermogen van 91 toegevoerd.
Het beschikbare vermogen aan de uitgang P2 van de transformator wordt gegeven door de formule:
a P2 = P1
b P2 = N2 x P1
c P2 = 1/N x P1
d P2 = 1/N2 x P1
┘