De wikkelverhouding in  spanning
                                        stroom
                                        impedantie
Verder de wikkelverhouding in Capaciteiten.
Verder de wikkelverhouding en Capaciteiten:
In formule het volgende:

n2=Cs/Cp    
n = wikkelverhouding
Cs= capaciteit secundair                                       
n2=Cs/Cp     Cs = n2x Cp
Cp= capaciteit primair                                        
Spanningstransformatoren:

Stel primair =230 V,dan

Us= Up/n              230/8 =29 V
n = Up / Us               230/29=8
Up=n x Us               8*29=232V
Stroomtransformator:

n = Is / Ip
n=8
Is=16A
Ip=?

Ip=Is/n                16/8 =2A
n = Is / Ip                16/2 =8
Impedantietransformatoren:

Bij gebruik als impedantietransformator (voor audioversterkers en hf-apparatuur) geldt voor de impedantie de formule

n2 = Zp/Zs      (nxn) = Zp/Zs      

Stel je boxen zijn 6 Ohm.
De Z uit van de versterker = 600 Ohm.

n2 = Zp/Zs      n2= 600 / 6 = 100/6

n = n2

n =100 = 10

Een trafo met een wikkelverhouding van 1:10 gaat hier werken.

-
Dit is hetzelfde als :

n2=Cs/Cp
Cp =Cs/n2
Cs = n2 x Cp

Het lijkt moeilijk, maar is het zeker niet...>>>

n2 = Cs/Cp                        n = n2

Stel:
n2 = 9
Cs = 27mF.
Cp=3mF.

Dan de zaak uitrekenen ter verduidelijking:
Dit wordt      n2 = 27/3 = 9      n = n2         n = 9 =3

De trafowikkelverhouding is dus    1op3 .

Verder:
Cp =Cs/n2

Cp = 27mF / [3 x 3] = 27mF / 9 =3mF

Verder:
Cs = n2 x Cp

Cs = [3x3] x 3mF =9x3 mF =27 mF
Voorbeeld:

Een trafo met      n1= 9 en n2=3
dwz primair 9 windingen en secundair 3 windingen.

n =n1/n2                                 9/3=3
dus een wikkelverhouding van 3op1 .

Op de secundaire wikkeling wordt een condensator aangesloten van 90 pF.
Wat is dan de capaciteit primair?
Cp =Cs/n2 wat resulteert in
Cp = 90 / [3x3]   ==>>10 en dat weer in pF.
Voorbeeld

Een ideale transformator vraagt een capaciteit van 0,8 pF aan de primaire wikkeling.
We hebben primair 20 wikkelingen, secundair 500 wikkelingen.

n= n1/n2          20/500 = 0.04

1 wikkeling staat tot 0.04
dus een wikkelverhouding van   25 : 1

n = 0.04    dus n2 = 0.04 x 0.04 = 0.0016 = 1.6exp-3
n = 0.04           n2 = 1.6exp-3

n2 = Cs/Cp                  daaruit volgt >>>

CS = n2xCP                  Cs = 1.6exp-3 x 0.8exp-12 = 1.28exp-15

weer terugrekenen…

CS = n2 x CP       [0.04*0.04] x 0.8exp-12 =    128exp-15 F

weer terugrekenen…

CP = CS / n2        128exp-15 / [0.04x0.04]  =    0.8exp-12
n2=Cs/Cp     Cs = n2x Cp
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
jj_02_04_002v
n = 8
van pagina jj 02 04 001
n2 = Cs/Cp