N-01-01-005-vr
002
Twee weerstanden van verschillende waarde zijn parallel aangesloten op een spanningsbron.
De warmte-ontwikkeling in de weerstand met de laagste waarde is:

a  
groter dan in de weerstand met de hoogste waarde
b   kleiner dan in de weerstand met de hoogste waarde
c   gelijk aan die in de weerstand met de hoogste waarde
U = 10 V

R1 = 5 Ohm

R2 = 10 Ohm

P = U2 / R

P1 = 102 / 5 = 20 W

P2 = 102 / 10 = 10 W

De kleinste weerstand heeft de meeste warmte
Casio fx-82NL