084

De diode hebben gelijke doorlaatkarakteristieken maar de belastbaarheid is verschillend.
Kies uit de altenatieven de combinatie met de hoogste Uuit en de grootste Iuit, die de schakeling kan leveren:

a   Uuit = 20 V Iuit = 2A
b   Uuit = 20 V Iuit = 3A
c   Uuit = 10 V Iuit = 3A
d  
Uuit = 10 V Iuit = 2A
03
De dioden staan parallel , waarbij de bovenste maar 1 A mag hebben
dus ook door de onderste diode 1 A   >>>  samen 2 A
De Umax per diode = 30 V
De C laad zich in eertste instantie bij 20 V op tot
20 / 0.707 = 28 V
maar zal nooit meer volledig ontladen.
Hierdoor loopt de uiitgangsspanning op  tot2*20= 40V

De C laad zich in eertste instantie bij 10V op tot
10 / 0.707 = 14V
maar zal nooit meer volledig ontladen.
Hierdoor loopt de uiitgangsspanning op  tot 2*10=20V
Extra uitleg:

Bij een diode staat de spanning van de trafo en elco in serie bij de negatieve helft van de wisselspanningsperiode,
dus diode is belastbaar met zijn halve maximale spanning.

Beide diodes hebben gelijke maximale spanningen (30V) ==> spanning over de diodes mag maar maximaal de helft zijn, dus 30V/2 = 15V – 50-70% veiligheidsmarge = 15 x 0,7 = 10V

Maximale stroom wordt bepaald door zwakste diode = 1A x2 = 2A