1 Elektriciteitsleer, elektromagnetisme en radio theorie
┘
001
Een batterij is opgebouwd uit oplaadbare cellen van 1.2 V en een capaciteit van 0.5 Ah
Een draagbare zendontvanger neemt bij 7.2 V gemiddeld 0.7 A op
Het aantal cellen dat nodig is om deze zendontvanger gedurende 1 uur kunnen gebruiken bedraagd
a 2
b 12
c 6
d 14
-
002
De ontvangst van 2-metersignalen in een betonnen gebouw is slechter dan daarbuiten, omdat
a het beton radiogolven niet doorlaat
b het betonijzer een min of meer gesloten ruimte vormt
c het betonijzer geaard is
d beton een slechte geleider is
-
003
Tijdens het moduleren van een FM-telefoniezender met een toon van constante amplitude varieert
a de frequentiezwaai van het uitgezonden signaal
b de frequentie en de amplitude van het uitgezonden signaal
c de amplitude van het uitgezonden signaal
d de frequentie van het uitgezonden signaal
-
004
Het bit met de hoogste waarde is aangegeven met MSB en het bit met de laagste waarde met LSB
Onderstaande tekening is een
a binaire opteller
b ADC
c DAC
d digitaal filter
-
005
Een oscilloscoop. aangesloten op de antenne-aansluiting van een zender welke gemoduleerd is met spraak, vertoont dit beeld
Dit is
a een FM-zender
b een EZB-zender met onderdrukte draaggolf
c een AM-zender
d een EZB-zender met volle draaggolf
-
006
De gelijkspanningcomponent van dit signaal is ?
a 3 V
b 6 V
c 2 V
d 4 V
-
007
Een amplitudegemoduleerde zender wordt met een laagfrequenttoon 100% gemoduleerd.
De Peak Envelope Power [PEP] is 200 Watt
Het draaggolfvermogen is dan:
a 200 W
b 50 W
c 100 W
d 25 W
-
008
Sleutelklikken kunnen worden verminderd door tussen de seinsleutel en de zender op te nemen
a schakeling 3
b schakeling 1
c schakeling 2
d schakeling 4
-
009
Een voordeel van amplitudemodulatie ten opzichte van enkelzijbandmodulatie is
a minder vervorming door frequentie-afwijkingen
b minder vervorming door draaggolf-interferentie
c minder vervorming door selectieve fading
-
010
Een voordeel van enkelzijbandmodulatie vergeleken met frequentiemodulatie is
a er is ruimte voor meer zenders per 100 Khz spectrum
b de eindtrap van de zender kan in klasse C worden ingesteld
c atmosferische storingen zijn minder hinderlijk
-
011
Een FM-zender geeft een draaggolfvermogen af van 10 Watt en is belast met een gloeilamp van 15 Watt
De zender wordt met spraak gemoduleerd
Deze lamp zal
a constant gloeien
b in het spraakritme feller gloeien
c alleen tijdens het spreken gloeien
d niet gloeien
-
013
De zwevings-oscillator [BFO] van een superheterodyne-ontvanger is nodig bij de ontvangst van
a FM[F3E]
b AM[A3E]
c CW[A1A]
-
014
In de UHF-band ligt de frequentie
a 136 KHz
b 144 Mhz
c 432 Mhz
-
015
Een symmetrisch blokvormig signaal, met een grondfrequentie van 1000 Hz, bevat onder meer de volgende harmonischen:
a 3000 Hz , 5000 Hz en 7000 Hz
b 2000 Hz , 3000 Hz en 4000 Hz
c 500 Hz , 1000 Hz en 2000 Hz
d 100 Hz , 300 Hz en 900Hz
-
016
Het zendvermogen van een 2-meter FM-telefoniezender is:
a afhankelijk van de amplidude en de frequentie van het modulerend signaal
b afhankelijk van de amplitude van het modulerend signaal
c onafhankelijk van de amplitude van het modulerend signaal
d afhankelijk van de frequentie van het modulerend signaal
-
017
Een batterij is opgebouwd uit oplaadbare cellen van 1.2 V en een capaciteit van 0.5 Ah
Een draagbare zendontvanger neemt bij 7.2 V gemiddeld 0.7 A op
Hoeveel cellen hebben we nodig om deze zendontvanger minimaal 1 uur te kunnen gebruiken?
a 12
b 6
c 2
d 14
-
018
Een bitstroom wordt in 4-PSK gemoduleerd
Als de bitsnelheid 4800 bits,s is, is de symboolsnelheid
a 1200 baud
b 2400 baud
c 9600 baud
d 4800 baud
-
019
Sleutelklikken kunnen worden verminderd door tussen de seinsleutel en de zender op te nemen
a schakeling 1
b schakeling 3
c schakeling 2
d schakeling 4
-
020
De amplitude van de wisselspanning is
a T/2
b T
c U1
d U2
-
021
Een zender werkt met een klasse van uitzending F3E [FM]
Het gemiddelde vermogen dat door de eindtrap aan de antenne-inrichting wordt afgegeven bedraagt 8 Watt
Volgens de gebruikersbepalingen is het zendvermogen
a 4 Watt
b 16 Watt
c 1 Watt
d 8 Watt
-
022
Bij de modulatiewijze QAM, waarbij 16 toestanden worden onderscheiden, is het aantal bits per symbool
a 16
b 4
c 2
d 8
-
023
Een bitstroom wordt in FSK gemoduleerd met een shift van 170 Hz en een symboolsnelheid van 50 baud
De benodigde bandbreedte van het uitgezonden signaal is in de praktijk
a 50 Hz
b 8500 Hz
c 250 Hz
d 170 Hz
-
024
Een bitstroom wordt in 16-QAM gemoduleerd
Als de bitsnelheid 9600 bits/s is, is de symboolsnelheid
a 38400 baud
b 600 baud
c 2400 baud
d 9600 baud
-
025
De Cyclic Redundance Check wort gebruikt om te contoleren dat
a het eind van een tekst is bereikt
b de maximale berichtlengte niet wordt overschreden
c de baudsnelheid juist is ingesteld
d er een overdrachtsfout is opgetreden
-
012
De modulatiemethode voor spraak met de kleinste bandbreedte is
a frequentiemodulatie
b enkelzijbandmodulatie
c dubbelzijbandmodulatie
d fasemodulatie
-
026
Een van de voordelen van een FM-zender is
a dat alle hf-versterkertrappen in klasse B of C kunnen worden ingesteld
b dat de draaggolf onderdrukt is, waardoor meer vermogen voor de zijbanden
c dat de bandbreedte klein is
d dat een grote frequentiestabiliteit van de zendfrequentie wordt verkregen
-
027
De polarisatierichting van een radiogolf
a wordt in eerste instantie bepaald door de ontvangantenne
b is altijd evenwijdig aan de aarde
c is altijd loodrecht op de aarde
d wordt in eerste instantie bepaald door de zendantenne
-
028
Een nadeel van enkelzijbandmodulatie ten omzichte van amplitudemodulatie is:
a meer vervorming door onjuiste afstemming
b plaats voor minder zenders in de banden
c meer vervorming door selectieve fading
d meer vervorming door draaggolf interferentie
-
029
Een analoog signaal wordt aangeboden aan een ADC.
De nauwkeurigheid van de conversie kan worden vergroot door:
a. minder bits per sample te gebruiken
b. de bemonsteringsfrequentie te verlagen
c. het ingangssignaal van de ADC te verzwakken
d. meer bits per sample te gebruiken
-
030
Een ideale enkelzijbandzender wordt met één sinusvormige toon van 1000 Hz uitgestuurd.
Het uitgangssignaal wordt op een oscilloscoop zichtbaar gemaakt.
Het juiste beeld is:
a. beeld 2
b. beeld 1
c. beeld 4
d. beeld 3
-
031
Om uitstraling van harmonischen door een zender te beperken wordt in de zenderuitgang een filter opgenomen
Dit moet zijn
a hoogdoorlaatfilter
b staandegolffilter
c laagdoorlaatfilter
d seinsleutel klikfilter
-
032
Een signaalsterkte wordt gerapporteerd als "S9 plus 20 dB".
Indien van de beluisterde zender her vermogen wordt verhoogd van 4 naar 400 W dan behoordt het signallsterkte-rapport te veranderen in
a S9 + 10
b S9 + 30
c S9 + 40
d S9
-
033
Een zendereindtrap, ingesteld in klasse B, wordt maximaal uitgestuurd door een 100%
in amplitude gemoduleerde draaggolf.
Het uitgangsvermogen van de draaggolf is 100 watt.
Als deze eindtrap maximaal wordt uitgestuurd door een enkelzijbandsignaal, bedraagt het uitgangsvermogen (PEP):
a 50 W
b 100 W
c 400 W
d 200 W
-
034
Een bitstroom wordt in 16-QAM gemoduleerd.
Als de bitsnelheid 9600 bits/s is, is de symboolsnelheid:
a 38400 baud
b 600 baud
c 2400 baud
d 9600 baud
-
035
De polaristie van een radiogolf:
a staat in eerste instantie loodrecht op het stralende element van de zendantenne
b is afhankelijk van de antenneversterking
c is in eerste instantie evenwijdig aan het stralende element van de zendantenne
d is afhankelijk van de hoogte van de zendantenne
-
036
.Een modulatievorm voor digitale signalen is:
a DAC
b 2-PSK
c ADC
d PEP
-
037
Een geheugen voor binaire getallen bestaat uit:
a. flipflops
b. delers
c. exclusieve OF-poorten
d optellers
-
038
Een draaggolf is 100% in amplitude gemoduleerd met één laagfrequent sinusvormig
signaal.
De in het uitgezonden signaal aanwezige hoogfrequent componenten zijn aangegeven in:
a. figuur 1
b. figuur 3
c. figuur 4
d. figuur 2
-
039
De spanning tussen X en Y is:
a. 20 V
b. 0 V
c. 10 V
d. 30 V
-
040
Twee accu’s worden parallel geschakeld.
Hierdoor ontstaat een batterij met:
a een lagere spanning
b een hogere toelaatbare stroom
c gelijke eigenschappen
d een hogere spanning