006
Indien bij een parallekring de zelfinductie 2 maal zo groot en de capaciteit 2 maal zo klein wordt gemaakt, zal de resonantiefrequentie:
a 2 maal zo hoog worden
b gehalveerd worden
c gelijk blijven
d 4 maal zo hoog worden
f.res = 1 / [2*pi*wortel(L*C)]
Stel L =10 C = 4
√LC - √40 = 6.3 Fres=1/[2.pi.√(L.C)]
1/[2.pi.√40] = 0.025 Hz
dan L = 20 C = 4
√LC - √40 = 6.3 Fres=1/[2.pi.√(L.C)]
1/[2.pi.√40] = 0.025 Hz
ѴLC - Ѵ40 = 6.3 Fres=1/[2.pi.Ѵ(L.C)]
1/[2.pi.√40] = 0.025 Hz
√40 = 6.33
f.res = 1 / [2*pi* Ѵ (L*C)]
┘
┘