--- maakt een wisselspanningssignaal.
--- kan vast zijn, voor 1 frequentie.
--- kan variabel zijn, voor een stukje band.
Scheidingstrap
Dit is een versterkertrap met een hoge ingangsimpedantie, vaak na een oscillator.
Voorkomt invloed op de oscillator.
Stuurtrap.
Frequentievermenigvuldiger.
Vermogensversterker.
Aanpassing.
Een zgn Low Pas Filter , om hogere frequenties te blokken.
Uitgangsfilter.
Dit is het gebruik van filters om een eindtrap aan te passen aan de antenne(s).
Frequentiemodulator.
De uitgangsfrequentie komt uit een mixer waar LF de fosc laat variëren
LF-begrenzer.
De grootte van het LF signaal bij:
AM de grootte van de modulatiediepte (<=100%)
Balansmodulator.
Via deze opstelling kan je een AM-modulatie signaal zien ontstaan.
Fasemodulator.
Zijbandfilter.
Via deze opstelling kan je een SSB-modulatie signaal zien ontstaan, de draaggolf wordt onderdrukt.
Ringmodulator
Werking en functies.
Deze onderdelen moet je in een blokschema kunnen vinden.
Mengtrap.
Een mixerschakeling, of mengtrap, is een bouwblok gebruikt in de elektronica om een signaal van de ene naar een andere frequentie om te zetten.
Een mengtrap mengt de twee frequenties.
(f1 en f2) aan de ingang tot f1 + f2 en f1 - f2.
Oscillator.
Hierin wordt de uitgangsfrequentie gemaakt door een ingangssignaal een aantal keren te vermenigvuldigen.
Lijkt op een HF versterker, maar door vervorming ontstaan harmonischen die nu echter selectief uitgefilterd/doorgelaten worden.
Dit is een versterker waarin geen
vermenigvuldiging of menging plaatsvindt, bedoeld om hogere vermogens te genereren.
Vaak wel met filters gecombineerd.
Deze versterker genereert het uiteindelijke eindvermogen van een zender.
Zendvermogen:
Het door de direct met de antenne-inrichting te koppelen trap van het radiozendapparaat afgegeven gemiddeld vermogen, gerekend over 1 periode van de hoogfrequente uitgangswisselspanning tijdens het maximum van de omhullenden[PEP].
Fasemodulatie (PM = Phase Modulation).
Is een modulatietechniek waarbij de fase-hoek van de draaggolf door het modulerend signaal gemoduleerd wordt.
Fasemodulatie lijkt op frequentiemodulatie.
Om het signaal te veranderen moet de frequentie veranderen zodat de fase verschuift.
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 5
Figuur 6
Figuur 7
Figuur 8
Figuur 9
Figuur 10
Figuur 11
Figuur 12
Figuur 13
Figuur 15
De plek waar de modulatie er in gestopt wordt.
Figuur 14
┘
┘