Nabijselectiviteit.
Verafselectiviteit.
Nabijselectiviteit.
Dit is het vermogen van de ontvanger om bij het afstemmen een voldoende groot onderscheid te maken tussen zenders, die in frequentie dicht bij elkaar liggen.
Dit wordt hoofdzakelijk bepaald door de filters in het MF-versterker.
Verafselectiviteit.
Hierbij moet de ontvanger onderscheid kunnen maken tussen een gewenst signaal (middelmatig zwak) en een zeer sterk signaal dat in frequentie veel afwijkt van het gewenste signaal.
Als het signaal namelijk doordringt tot het middenfrequent (mf) dan wordt het eruit filteren onbegonnen werk.
Het is dus van belang dat het filteren al voor de eindtrap/HF versterkers gebeurd.
Ook het uitfilteren van spiegelfrequenties of verzwakken hiervan is van belang !!
Om nu te voorkomen dat de spiegelfrequenties en de signalen op de middenfrequentie(s) geen uitgangssignaal geven in de mf-versterkers, moet ervoor worden gezorgd dat signalen met deze frequentie niet in de ontvanger kunnen komen.
Hiervoor dienen de filter-schakelingen in de hf-trap(pen).
┘
┘