Factoren die de frequentie en -stabiliteit bepalen.
Oscilleervoorwaarden.
Resonantie
In elektronische schakelingen kan resonantie worden bereikt door een spoel en een condensator met elkaar te verbinden in een LC-kring.
Als zo'n LC-kring wordt aangestoten, bijvoorbeeld door de condensator op te laden, ontstaat een oscillatie met frequentie f0, waarbij om de beurt energie van de condensator naar de spoel gaat en omgekeerd.
Resonantiehoekfrequentie
Resonantiefrequentie f0
Karakteristieke impedantie
Oscilleren = een rondgaande versterking die gelijk is aan 1.
Een oscillator bestaat uit een versterker waarvan een deel van het uitgangssignaal opnieuw in fase aan de ingang wordt geïnjecteerd.
De versterking noemen we A
A<1 de vesterker werkt NIET
A=1 de versterker werkt
A>1 de versterker raakt overstuurd
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 5
┘
┘