jj_02_06_001v
001
Ib is 200 uA
Ie is 18 mA
De collectorstroom IC is?
a 18.2 mA
b 20 mA
c 18 mA
d 17.8 mA
-
002
De "Oervorm" van een NPN-transistor is de "twee-dioden" schakeling in:
a schakeling 3
b schakeling 4
c schakeling 1
d schakeling 2
-
003
De uitgangsspanning Uuit van de schakeling met een SI-transistor is ongeveer:
a 5.6 V
b 8.4 V
c 6.2 V
d 5.0 V
-
004
De meter wijst 100uA aan.
Ie = 20 mA.
Hoe groot is Ic?
-
005
Voor een PNP-transistor in klasse A geldt:
a de collectorspanning is tov de emittor positief
b de basisspanning is tov de emittor positief
c de basisspanning is tov de collector negatief
d de collectorspanning is tov de emittor negatief
-
006
Halfgeleider Q3, is een:
a. NPN transistor
b. PNP transistor
c. N-kanaal veldeffect transistor
d. P-kanaal veldeffect transistor
-
007
Q1 Q2 en Q3 zijn
ä NPN transistoren
b P-kanaal veldeffect transistoren
c N-kanaal veldeffect transistoren
d PNP transistoren
-
008
De sperspanning van een normale siliciumdiode is:
a tussen de 0.4 en 2V
b groter dan 10V
c kleiner dan 0.4V
d tussen de 2V en de 10V
-
009
In de schakeling met een siliciumtransistor zal de meter de volgende gelijkspanning aangeven:
A. 2,0 V
B. 2,7 V
C. 3,4 V
D. 5,3 V
010
Hier is een versterkerschakeling gegeven.
De transistor is van het type
a PNP
b PNPN
c NPN
d NPNP
-
┘