Het effect van aantal windingen, diameter, lengte en kernmateriaal op de zelfinductie.
1.Als het aantal windingen groter wordt, dan wordt het magnetisch veld sterker.
2.Het aantal windingen, wekt een spanning op.
Dus n x windingen = n x spanning zo groot.
3.Bij het verdubbelen van het aantal windingen neemt de zelfinductie kwadratisch toe.
4.Als de lengte van de spoel groter wordt, en we houden een vast aantal windingen dan wordt de zelfinductie kleiner.
5.Hoe hoger de frequentie van de wisselspanning, hoe hoger de inductiespanning. Hoe groter de wisselstroom-weerstand.
L=spoel in uH
d=diameter in cm
n=aantal windingen
l =spoellengte in cm
Zelfinductie Is afhankelijk van:
Het aantal windingen van de spoel .
De grootte van de windingen.
Toegepaste draad voor de spoel.
Wel of geen ijzeren kern (versterkt het magnetisch veld).
Figuur 1
┘
┘