Stroomsterkte, spanning en weerstand
U = I x R
Immers 12=3 x 4
Wat is de stroom I ?
Er komt I=U/R te staan >>> I= 12/4 =3
Wat is de weerstand R ?
Er komt R= U/I te staan >>> R= 12/3 = 4
Verhoudingen in de WET van OHM
U = I x R
I=U/R =12/60 = 0.2 A = 200 mA
Q=lading elektronen
t=seconde (tijd)
I=stroom
Hoeveel lading is er verplaatst in 10 seconden bij een stroom van 5 A ?
I = Q / t dus Q = I x t
(3 =12 / 4 dus 12 = 3 x 4)
Q = I x t geeft Q= 5 x 10 = 50 Coulomb.
Er is dus zoveel liter water verplaatst...in die 10 seconden.
-
Bij geleiders beschikken we over erg veel ladingsdragers (elektronen en/of ionen).
Bij halfgeleiders zijn er erg weinig ladingsdragers.
Bij isolatoren zijn er helemaal geen ladingsdragers.
-
Spanningsverschil AB = UA - UB dus 7- - 5=12 Volt-
Spanning
Kan veroorzaakt worden door:
In een batterij of accu.
Door een statisch elektrisch veld, dynamo of generator.
Door een elektrische stroom die loopt door een magnetisch veld.
-
Weerstand
REMT de stroom.
Een elektrische component die de eigenschap heeft om elektrische stroom beperkt door te laten.
Wanneer er weinig weerstand is, is de R laag (en dus grote stroom I).
Wanneer de weerstand groter wordt , is ook de R groter (en minder stroom I).
Uitgedrukt in Ω.
-
m1
meter 1 staat in de kring , en is dus een stroom meter.
m1 wijst ampère aan.
m2
meter 2 staat over de weerstand , en is dus een spanningsmeter.
m2 wijst de spanning aan.
Spanningsverschil BA = UB - UA dus -5-7= -12 Volt
Q = I x t
Figuur 2
Figuur 3
Figuur 4
Figuur 6
Figuur 7
┘
Figuur 1
┘
Stroomsterkte
Het verplaatsen van elektronen onder invloed van een spannings-verschil,
dit wordt in Ampère uitgedrukt en aangeduid met de hoofdletter I (= hoofdletter i).
-
Stroom
Gaat van hoog naar laag [water van boven naar beneden].
Veel hoogteverschil geeft snellere stroom van het water.
De stroomsnelheid [ hoe hard het water stroomt ] wordt gemeten in I.
De lading [de hoeveelheid water] wordt gemeten in Q. =Coulomb.
-
Spanning
In moeilijke woorden: het elektrische potentiaalverschil tussen twee punten.
Uitgedrukt in Volt en aangeduid met de hoofdletter U.
Uitleg:
Op punt A staat 7 Volt en op punt B staat -5 Volt
-