06 http://www.iwab.nu/H4-097.html In het schema is in blokvorm een 2-meter ontvanger (dubbelsuper) gegeven. Als het ontvangen signaal een frequentiezwaai heeft van 3 Khz dan bedraagt de frequentiezwaai in de 2de mf-versterker:
a 30 Hz b 300 Hz c 3 Khz d 30 Khz
c De zwaai is constant
07 http://www.iwab.nu/H4_038.html Dit is het blokschema van een ontvanger. Wat is de frequentie van de 2de mf-versterker?
a 15 Mhz b 2 Mhz c 1 Mhz d 500 Khz
c
08 http://www.iwab.nu/H4-098.html In de figuur is het blokschema van een 2 meter ontvanger (dubbelsuper) weergegeven. Wat is de minimale bandbreedte van het 1ste MF?
a 6 Khz b 1 Mhz c 2 Mhz d 15 Mhz
2 Mhz , zo breed is de 2 meterband
09 http://www.iwab.nu/H4_015.html Een ontvanger is afgestemd op 1 Mhz De middenfrequentie bedraagt 450 Khz De ingestelde frequentie van blok X bedraagt
a de gevoeligheid van de ontvanger te verhogen b automatische versterkerregeling te kunnen toepassen c voldoende nabij-selectiviteit te bereiken d de antenne aan te passen
a scheidt de oscillator en de eindtrap van elkaar b scheidtt de modulatie van het hoogfrequent signaal c bepaalt de selectiviteit van de ontvanger d versterkt het antennesignaal
a de spiegelfrequentie te onderdrukken b zwakke signalen te ontvangen c de signalen op naastliggende frequenties te onderdrukken d op de gekozen frequentie te blijven staan
Nabijselectiviteit. Dit is het vermogen van de ontvanger om bij het afstemmen een voldoende groot onderscheid te maken tussen zenders, die in frequentie dicht bij elkaar liggen. Dit wordt hoofdzakelijk bepaald door de filters in het MF-versterker.
a gelijkloop tussen de oscillator en antennekting te verbeteren b kruismodulatie in de mengtrap te verminderen c gevoeligheid van de ontvanger te verbeteren d bandbreedte van de ontvanger te vetkleinen
c
26 http://www.iwab.nu/H4_019.html Een superheterodyne-ontvanger heeft geen hf-versterker Draaien aan de afstemknop verandert de afstemfrequentie van
a alleen de antenneingang b de detector c de middenfrequent afstemkringen d de oscillator en de antenneingang
d
Extra uitleg:
Bij een superheterodyne-ontvanger wordt gebruik gemaakt van een mengoscillator. Het verkregen MF ontstaat door: Ontvangfrequentie - Oscillatorfrequentie of Oscillatorfrequentie - Ontvangfrequentie
a kan de ontvanger over een groter bereik worden afgestemd b wordt de BFO overbodig c wordt de gevoeligheid van de ontvanger verhoogd d kunnen EZB-signalen worden ontvangen
a de mf-frequentie verlaagd wordt b er meer lf-versterking wordt toegepast c er meer mixers worden toegepast d er goede hf-versterker voor de ingang wordt aangesloten
a de oscillator b de hf-versterker c de detector d de lf-versterker
b
32 http://www.iwab.nu/H4-134.html De hf versterkertrap van een superheterodyne ontvanger dient om een versterking te hebben die
a niet groter is dan 1 maal b zo hoog mogelijk is c voldoende is om wakke signalen te versterken tot boven het ruisniveau van de mengtrap d afhangt van de bandbreedte van de mf versterker
c
33 http://www.iwab.nu/H4_022.html Een hf-ontvanger met een doorlaatbandbreedte van 300 Hz ontvangt een CW-signaal (A1A). De signaal-ruisverhouding aan de uitgang is 20 dB. Als de doorlaatbreedte wordt overgeschakeld naar 3000 Hz, wordt bij gelijkblijvende versterking de signaal/ruisverhouding:
a is niet te bepalen b kleiner c groter d ongewijzigd
b
Het ruisvermogen is evenredig met de bandbreedte. Bredere bandbreedte - meer ruis Bandbreedte x10 - ruis x10 S/R is slechter
a wekt de hulpfrequentie voor de mengtrap op b scxheidt de zijbanden van de draaggolf c zorgt voor de spiegelonderdrukking d bepaalt de versterking van de eerste middenfrequenttrap
a
35 http://www.iwab.nu/H4-071.html Het frequentiebereik van een ontvanger loopt van 144 tot 146 MHz. De middenfrequentie is 10 MHz. Het frequentiebereik van de oscillator kan zijn:
a 164 - 166 MHz b 124 - 126 MHz c 144 - 146 MHz d 154 - 156 MHz
d
36 http://iwab.nu/H4-076.html Een ontvanger heeft een mf-bandbreedte van 6 kHz. De hoogste frequentie die na een detectie van een AM-signaal onvervormd wordt weergegeven bedraagt:
a 12000 Hz b 6000 Hz c 1000 Hz d 3000 Hz BB AM = 2*f-mod d
a de middenfrequentie b de frequentie van het signaal min de middenfrequntie c de frequentie van het signaal plus de middenfrequntie d tweemaal de middenfrequentie
d Fs = 2 x MF
38 http://www.iwab.nu/H4_033.html Een enkel superheterodyne-ontvanger heeft een middenfrequentie van 455 Khz. Voor ontvangst op 7.055 Mhz is de oscillator afgestemd op:
a 6.145 Mhz b 7.055 Mhz c 7.510 Mhz d 7.965 Mhz
De mengtrap
f1 - f2 = 7055 - 455 = 6.600 Mhz of f1 + f2 = 7055 + 455 = 7.510 Mhz
40 http://www.iwab.nu/058_006.html Met een superheterodyne-ontvanger wordt een signaal van 8 MHz ontvangen. De oscillatorfrequentie is 6,5 MHz. De spiegelfrequentie is:
39 http://www.iwab.nu/H4-080.html Met een superheterodyne ontvanger wordt een signaal ontvangen van 14 Mhz. De oscillatiefrequentie is 5 Mhz. De spiegelfrequentie is:
41 http://www.iwab.nu/jj_04_03_001v_018.html Een ontvanger is afgestemd op de frequentie 145,700 MHz. De oscillatorfrequentie bedraagt 135,000 MHz. De spiegelfrequentie is:
A. 124,300 MHz B. 135,000 MHz C. 156,400 MHz D. 167,100 MHz
a de bandbreedte van de laagfrequent verstertker te verkleinen b de selectiviteit van de hoogfrequent versterker te vergroten c de selectiviteit van de middefrequent versterker d de stabiliteit van de oscillator verrgroten
b
44 http://www.iwab.nu/jj_09_02_001v_020.html Sommige ontvangers voor de HF-band van 1.3-30 Mhz hebben een middenfrequent van 40 Mhz en een vast laagdoorlaatfilter als ingangskring. Deze constructie vergroot de kans op:
a misaanpassing aan de antenne b oscilleren van de hf-versterker c ontvangst van de spiegelfrequentie d intermodulatie
Uitleg:
Het hebben van een middenfrequentie van 40 MHz en een vast laagdoorlaatfilter als ingangskring is gunstig voor het tegengaan van spiegelfrequenties. Door een bredere band neemt de kans op meerdere frequenties en dus intermodulatie toe.
45 http://www.iwab.nu/058_005.html Een FM-ontvanger met een middenfrequentie van 10.7 MHz is afgestemd op een zender werkend op 90 MHz. De oscillatorfrequentie is hoger dan de signaalfrequentie. Een andere zender, op de spiegelfrequentie, veroorzaakt storing in de ontvangst. Deze zender werkt op een frequentie van:
Blokschema tekenen en invullen, zie blokschema: jj_04_02_004 Oscillator heeft hogere frequentie, dan ontvangstfrequentie (=bovenmenging), dus + 2xMF ==> fs = fontv + 2xMF = 90 + 21,4 = 111,4 MHz
46 http://www.iwab.nu/H4-095.html Een superheterodyne ontvanger is afgestemd op 800 Khz. De oscillatie frequentie is 1255 Khz. De spiegelfrequentie is:
a 2055 Khz b 1710 Khz c 455 Khz d 345 Khz
Rx = 800 Khz Oscil-f = 1255 Khz in de mengtrap
komt 800 - 1255 = 455 Khz = MF
fs = 2 x MF = 2 x 455 = 910 Khz
F spiegel is 800 + 910 = 1710 Khz
47 http://www.iwab.nu/H4_035.html In principe is een ontvanger voor de FM-omroepband (88-108Mhz) te verstemmen naar de 2-meterband. Toch zal zo een ontvanger in de praktijk erg tegenvallen omdat:
a de begrenzer ontbreekt b de mf-bandbreedte veel te klein is c de mf-bandbreedte veel te groot is d deze ontvanger geen geschikte kanaalindeling heeft
a ongewenste uitstraling te verminderen b vervorming van de mengtrap te beperken c selectiviteit te verbeteren d detector van een signaal te voorzien van constante amplitude
d FM in 2 stappen a FM discriminatie b AM detectie
a de amplitude van het te detecteren signaal b de bandbreedte van het laagfrequentsignaal c de frequentiezwaai d het frequentieverloop van de oscillator FM in 2 stappen a FM discriminatie b AM detectie
A. diodedetector B. Foster Seeley detector C. productdetector D. flankdetector
we hebben de modulatie (hf) we moeten de draaggolf (hf) met een BFO maken 2 hf-signalen invoeren en de spraak eruit halen dus een productdetector
52 http://www.iwab.nu/jj_04_03_001v_017.html In een superheterodyne ontvanger met een middenfrequentie van 1 MHz , is de oscillatorfrequentie hoger dan de te ontvangen frequentie. De ontvanger is afstembaar van 2 tot 5 MHz, De capaciteit in de oscillatorkring dient dan gevarieerd te kunnen worden met een factor:
a. 2 b. 2.5 c. 4 d. 6.25
c Bij een afstembereik van 2 tot 5 MHz en een MF van 1MHz. bij boven-menging:
Voor 2 MHz. is f osc = MF + f ontv = 1 + 2 = 3 MHz. Voor 5 MHz. is f osc = MF + f ontv = 1 + 5 = 6 MHz.
Dan is het bereik 3 tot 6 MHz.
Of wel een verdubbeling van de VFO.
Bij een fres = 1/2π√LC betekend dat de capaciteit moet variëren met een factor 4 omdat deze onder het wortelteken staat.
53 http://www.iwab.nu/H4-135.html Aan de ingang van een ontvanger zjn sterke signalen aanwezig 145.500 en 144.800 Mhz. Welke intermodulatieproducten kunnen ontstaan
a 144 Mhz en 146 Mhz b 145.500 Mhz en 146.200 Mhz c 144.100 Mhz en 144.800 Mhz d 144.100 Mhz en 146.200 Mhz
(2 x f1) -f2 (2 x 145.5) - 144.8 = 146.2 Mhz (2 x f2) -f1 (2 x 144.8) - 145.5 = 141.1 Mhz
54 http://www.iwab.nu/H4_025.html Een hf-ontvanger heeft een mf-versterker op 500 kHz (centrale frequentie) met een bandbreedte van 3000 Hz. Om een J3E bovenzijbandsignaal in de 20-meter amateurband te ontvangen is de 1ste oscillator ingesteld op 14,7 MHz. Voor optimale verstaanbaarheid wordt de hulposcillator (BFO) ingesteld op:
a. 498,5 kHz b. 501,5 kHz c. 497 kHz d. 500 kHz
Extra uitleg:
Voor optimale verstaanbaarheid wordt de hulposcillator (BFO) ingesteld in het midden van het 3 kHz brede MF-filter. Dit betekent, dat de BFO in het punt van het SSB signaal ligt op 1,5 kHz boven 500 kHz, dus op 501,5 kHz
55 http://www.iwab.nu/H4_036.html Een ontvanger met een eerste middenfrequentie van 9 Mhz en een tweede middenfrequentie van 455 Khz wordt gebruikt om EZB-gemoduleerde signalen te ontvangen. De osciltatorfrequentie voor de productdetector is ongeveer:
a 9003 Khz b 455 Khz c 910 Khz d 9 Mhz
LEZEN !!
er staat 1ste = 9 Mhz 2de = 455 Khz
56 http://www.iwab.nu/H4_058.html Een superheterodyne ontvanger is zodanig afgestemd, dat een antennesignaal van 12 MHz kan worden ontvangen. De middenfrequentie is 1,5 MHz. De oscillatorfrequentie van deze ontvanger is:
A. 15 MHz B. 10,5 MHz C. 9 MHz D. 3 MHz
B Ontv - MF = 12-1,5 = 10,5 MHz
57 http://www.iwab.nu/H4_064.html Het circuit voor de automatische versterkingsregeling van een EZB ontvanger heeft bij voorkeur een afvaltijd van ongeveer:
a 1 minuut b 1 seconde c 1 microseconde d 1 milliseconde
a anodedetector b ratio detector c product detector d discriminator
c
60 http://www.iwab.nu/H4-137.html De zwevings oscillator -BFO- van een superheterodyne ontvanger s nodig voor ontvangst van
a telefiesie (A3F) b FM (F3E) c AM (A3E) d CW (A1A)
d
61 http://www.iwab.nu/H4-138.html Als de detectieschakeling met BFO wordt meegeteld dan heeft een enkelvoudige superheterodyne-ontvanger:
a 3 mengtrappen b 1 mengtrap c 2 mengtrappen d 4 mengtrappen
c
62 http://www.iwab.nu/H4-139.html De zwevende oscillator bfo van een superheterodyne ontvanger werkt meestal op een frequentie dichtbij de frequentie van de
a eerste oscillator b audioversterker c middenfrequentversterker d hoogfrequentversterker
c
63 http://iwab.nu/H4_021.html Van een telegrafie-ontvanger is de middenfrequentie 756 Khz. Om een A1A-signaal (onderbroken draaggolf) hoorbaar te maken heeft de BFO een frequentie van:
a 1 Khz b 756 Khz c 776 Khz d 757 Khz BFO zit altijd dicht bij de RX-frequentie -/- de BB
Om het signaal hoorbaar te maken moet de BFO met b.v. 1kHz verschil bijgemengd worden. Bij een MF van 756 kHz is dat dus 756 + 1= 757 kHz óf 756 – 1 = 755 kHz
a Extra uileg: Antwoord waarom 100 K Ω? Weerstand R1 zorgt voor de spanning over de varicap D1. Deze moet zo hoog mogelijk zijn omdat dit de sperspanning betreft en de belasting zo laag mogelijk moet zijn.
a afvlakschakeling : afvlakschakeling onjuist want C22 (=elektrolytische condensator) verzorgt afvlakking b bruggelijkrichter . bruggelijkrichter juist want is een schema van een AM ontvanger c balansmodulator balansmodulator onjuist want deze zit in een SSB zender en heeft de diodes allemaal in gelijke richting d enkelzijdige gelijkrichter enkelzijdige gelijkrichter onjuist want die bevat meestal 1 diode, die een helft van de wisselspanning pakt.
a voor het precies instellen van de drain-source spanning van Q. b voor het opwekken van het oscillatorsignaal c voor het regelen van het laagfrequentvolume van de hoofdtelefoon d als detectorschakeling voor signalen van Q1
a dienen voor tegenkoppeling van Q3 b mogen geen draadgewonden weerstanden zijn c vormen met C9 een laagdoorlaatfilter d zorgen voor het juiste werkpunt van Q3
d
71 http://www.iwab.nu/Figuur_07_007.html tekening 64 Op de loper van R is een sinusvormig signaal aanwezig. De potentiometer staat in de middenstand. Het aan de hoofdtelefoon aangeboden signaal:
a is in tegenfase met het signaal op de loper van R15 b is in fase met het signaal op de loper van R15 c ijlt 360 graden na t.o.v. het signaal op de loper van R15 d ijlt 270 graden na t.o.v. het signaal op de toper van R15
a de voedingsspanning voor de oscillator constant te houden b de verking van hoge tonen in de lf-versterker te verminderen c hoge frequenties uit de voedingsspanning van het ontvangstgedeelte te weren d spanningsvariaties door stroomveranderingen in de eindtrap af te vlakken
a het verlopen van de instelling van de transostor te voorkomen b ht circuit van de resonantiekring L6-C6 compleet te maken c de meekoppeling van de transistor te verzorgen d L6 op de spigelfrequewntie af te stemmen
a hoogfrequent aarding van de emitter van Q1 b filter voor de spiegelfrequentie c laagfrequent aarding van de emitter van Q1 d ontkoppeling van het oscillatorsignaal
a de versterking van hoge tonen in de eindtrap te verkleinen b de LF tegenkoppeling in de eindtrap te verminderen c de stroom door de transistor constant te houden d de trensistor in het juiste werkpunt in te stellen
85 http://www.iwab.nu/figuur_02_021.htmltekening 74 De automatische versterkingsregeling wordt verkregen met: a D1 en D2 b alleen D2 c D3 en D4 d alleen D1
a het doorlaten van het te ontvangen station b de ontvanger tegen hoge spanningen op de antenne te beschermen c het onderdrukken van signalen op de middenfrequentie d de bandbreedte van de ontvanger te verkleinen
a alleen C6 b alleen C3 c C3, C6 en C25 d alleen C25
C3 is pre-selectie denk ik C6 is afstemming C25 is Frequentie-afstemmen
Extra uileg
C3, C6 en C25 zijn allen variabele luchtcondensatoren, die zorgen voor preselectie (veraf selectiviteit). C25: (= frequentieregelaar) verstemt de frequentie van de mengoscillator maar zit op een as met de variabele luchtcondensatoren C3 en C6.
Dit is een schema van een AM-ontvanger Bij EZB en CW heb je een BFO nodig, dus kan C25 géén BFO zijn
a C20 heeft een waarde van 1-25 µF Dit is een koppelcondensator in de LF-versterker, die er voor zorgt dat alleen de LF wisselspanning wordt doorgelaten naar LF versterker.
104 http://www.iwab.nu/H4-140.html De voornaamste functie van een lf versterfker in een ontvanger is het vergroten van de
a de spiegelonderdrukking b de gevoeligheid c het uitgangsvermogen d de nabij selectiviteit