001
In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten worden.
Wat is de juiste schakeling?
a schakeling 3
b schakeling 2
c schakeling 1
-
┘
Vragenboek Novice Licence
002
Men wil de gelijkspanning over de weerstand R met een voltmeter meten.
De aanwijzing is het nauwkeurigst indien de weerstand van de meter:
a zo hoog mogelijk is
b zo laag mogelijk is
c 10 KΩ bedraagt
-
003
Een staandegolfmeter voor 50 Ω is aangesloten tussen een zendontvanger en een 50 Ω coaxiale kabel met antenne. De aanwijzing is 1.
Dit betekent dat de:
a antenne aangepast is aan de kabel
b demping van de kabel minimaal is
c uitgangsimpedantie van de zendontvanger 50 Ω is
-
004
De juiste impedantie-aanpassing van een antennesysteem wordt gecontroleerd met een
a veldsterktemeter
b ohmmeter
c staandegolfmeter
-
005
Drie weerstanden van elk 300 ohm worden parallel geschakeld
De vervangingswaarde is:
a 900 Ω
b 100 Ω
c 300 Ω
-
006
Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.
De uitslag halveert bij aansluiten van een weerstand tussen X en Y met een waarde van:
a 300 KΩ
b 150 KΩ
c 75 KΩ