032
Voor de verbindingen over zeer grote afstand moet de opstraalhoek van de antenne
a 90 graden zijn
b tussen de 30 en 45 graden zijn
c minder dan 30 graden zijn
d tussen de 45 en 90 graden zijn
H 06
Antennes en transmissielijnen
┘
Denk aan “hoek van inval = hoek van uitval”,
zoals bij het laten stuiteren van een geworpen steen over het water-oppervlak...
Is de hoek te groot, dan zal de steen onmiddellijk door het water verdwijnen.
Bij een juiste (lage-) hoek, zal de steen een aantal keren stuiteren voordat hij door het water-oppervlak zakt.
Die stuiter-bewegingen, zijn te vergelijken met het aantal “hops”, dat het radio-signaal tegen de ionosfeer maakt.