130

Van twee morsetelegrafiezenders (A1A) zijn de hoogfrequent uitgangssignalen weergegeven
Wat is juist ?

a  
signaal 1 heeft een grotere bandbreedte dan signaal 2
b   signaal 1 heeft een kleinere bandbreedte dan signaal 2
c   signaal 1 heeft dezelfde bandbreedte dan signaal 2
d   er kan geen conclusie over het verschil van bandbreedte worden getrokken

Signaal 2 heeft door zijn vloeiende overgangen een hleiner bandbreedte