087

De dioden hebben gelijke doorlaatkarakteristieken maar de belastbaarheid is verschillend.
Kies uit de alternatieven de combinatie van hoogste Uuit er grootste luit die de schakeling kan leveren:

a. Uuit = 200 V en luit = 1 A
b. Uuit = 200 V en luit = 2 A
c. Uuit = 350 V en luit = 1 A
d.
Uuit = 100 V en luit = 1 A








Diodes in serie
De diode met de kleinste stroomdoorvoer bepaalt de stroom
Hier dus 1A

De laagste spanning over een van de diodes is Umax = 150 V
De Ueff hiervan = 150 / 0.707 = 212 V

Wanneer de uitgangsspanning 300Veff is, is de Umax = 300 / 0.707 = 424 Vmax
Deze spanning is te hoog voor de dioden
Wanneer de uitgangsspanning 200Veff is, is de Umax = 200 / 0.707 = 282 Vmax
Deze spanning is te hoog voor de dioden

Wanneer de uitgangsspanning 100Veff is, is de Umax = 100 / 0.707 = 141 Vmax
Deze spanning is goed
03
Extrta uitleg:

Bij een diode staat de spanning van de trafo en elco in serie bij de negatieve helft van de wisselspanningsperiode en dus is de diode belastbaar met zijn halve maximale spanning.
De diodes staan in serie.
Diode D2 zal de zwakste zijn, dus gaan we daar van uit: 2 x 150V / 2= 150V
Aangezien het een enkelzijdige gelijkrichter is, zal de uitgangsspanning Uuit lager zijn.
150 x 0,707 = ± 106V
Stroom I wordt bepaald door de zwakste D2 = 1A. Diodes staan in serie, dus Iuit = 1A