009

In de algemen bepalingen van de Telecommunicatie komt de volgende defenitie voor:
[-X-] :eigenschappen van apparaten, om op  bevredigende wijze in hun elektromagnetische omgeving te kunnen functioneren zonder zelf elektromagnetische storingen te veroorzaken die ontoelaatbaar zijn voor alles wat zich in die omgeving bevindt

In plaats van [-X-] staat
a   elektromagnetische toegangkelijkheid
b  
elektromagnetische compatibiliteit
c   elektromagnetische stoorongevoeligheid
d   elektromagnetische affiniteit
H12  Nationale en internationale gebruiksregels