102

Een radiozendamateur ondervindt tijdens een verbinding met een andere radiozendamateur veel last van onweersstoringen; hij wil deze verbinding beeindigen en de verbinding op een later tijdstip met kleiner vermogen hervatten.
Met welke Q-codes maakt hij dit aan de andere radiozendamateur kenbaar?

a   QRM, QRP en QRZ
b   QRN, QRT en QRZ
c  
QRN, QRX en QRP
d   QSB, QRV en QSY
H11     Nationale en internationale procedures