De rekenmachine CASIO fx-82NL
=
:
001 Q = I x t
Hoeveel lading is er verplaatst in 5 seconden bij een stroom van 4 A ???
t = 5 s
I = 4 A
Q = I x t 4 x 5 20 Q
Nu waren de eenheden t en I hele getallen , nu anders
t = 5 ms
I = 4.3 A
Q = I x t 5exp-3 x 4.3 =
Casio fx-82NL
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
002 U=IxR
U = I x R
I = U / R = 12 / 60 = 0.2 A
INGAVE
12 : 60 0.2 A
nu andere getallen
U = 12 V
R = 60 Kohm
I = ?
I = U / R = 12 / 60K
CASIO-fx-82nl
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
003 Rt = R1 + R2 + R3
R1 = 10 ohm
R2 = 20 ohm
R3 = 30 ohm
Rt = ?
Rt = R1+ R2 + R3
Rt = 10 + 20 + 30 = 60 Ohm
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
004 Vervangingsweerstand
Hoe groot is de vervangingsweetstand ?
Rv= 1/ [ 1/R1+ 1/R2 + 1/R3 ]
Rv= 1/ [ 1/10 + 1/20 + 1/20 ] dit is 5 OHM
1/ [ 1/10 + 1/20 + 1/20 ] = 5 Ohm
CASIO-fx-82NL
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
005 De_1ste_Wet_Van_Kirchhoff
Hoe groot is I5 ?
I1=1 A
I2=2 A
I3=3 A
I4=4 A
Wat gaat er allemaal naar P toe?
I1 , I3 , I4 dus 1 + 3 + 4 = 8 Ampere gaat naar P toe
Wat gaat er allemaal van P af ?
Net zoveel als er naar toe gaat nl 8 Ampere
I5 + I2 = 8 A
I2 = 2 A
I5 = 8 - i2 = 8 - 2 = 6 A
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
006 De_2de_Wet_Van_Kirchhoff
De spanning tusen X en Y is:
a 1 V
b 3 V
c 0 V
d 2 V
Utotaal = 2 + 4 = 6V
Rt = 6 + 6 = 12 Ohm
It = Ut / Rt = 6 / 12 = 0.5 A
spanning over de weerstanden = I x R = 0.5 x 6 = 3 V
Rechts staat 4 V
linksom over R 3V.
X staat 4-3 V =1 V
linksom over de R staat 3 V
De spanning links is 1-3= -2 V
Y =2 V
tussen X en Y is X - Y = 1 - 2 = -1 V , een verschil van 1 V
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
007 Vermogen P = U x I
R = 1000 Ohm
P = 10 Watt
I = ?
P = I2 x R I2 = P / R I = √ P / R
CASIO-fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
008 Ws = P x t
009 E = P x t E = Ws
Er is een hoeveelheid energie beschikbaar van 360 Ws.
Hier brandt een lampje dat 1 W opneemt:
a 1 seconde
b 360 seconden
c 6 seconden
d 60 seconden
E = 360 Ws
P = 1 W
E = P x t
t = E / P
t = 360 / 1 = 360 sec
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
010 Ueff = 0.707 x Max 0.5 √2 = 0.707
Een wisselspanning is aangesloten op een oscilloscoop met een verticale gevoeligheid van 10 volt per schaaldeel.
De effectieve waarde van de wisselspanning is ongeveer gelijk aan:
a 40 V
b 10 V
c 20 V
d 14 V
2 schaaldelen hoog = 20 V top
Ueff = 0.707 x Utop = 0.707 x 20 = 14 V
CASIO-fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
011 Ugem = 0.64 x max
De gemiddelde waarde van de stroom over het tijdsinterval van 0 tot t1 seconde is:
a 2/π A
b π A
c 0 A
d 1/π A
Ugem = 0.64 x max je moet dus 0.64 vinden
2 2
Pie = 3.14 = 0.64 A
CASIO-fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
011a Utt
De top-top waarde van de wisselspanning is
a U1
b U2
c T
d T/2
U1 topwaarde
U2 top-topwaarde
T periodetijd
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
012 Veldsterkte V/m
De eenheid "volt per meter" behoort bij:
a. voortplantingssnelheid
b. frequentie
c. golflengte
d. veldsterkte
Veldsterkte is NIET te zien , maar kan zeer zeker genoeg aanwezig zijn...
Veel dichtheid is veel sterkte
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
013 Wet_van_Lenz
De sterkte van het magnetisch veld rond een geleider wordt rechtstreeks bepaald door de:
a stroom door de geleider
b weerstand van de geleider
c diameter van de geleider
d spanning op de geleider
Wet van Lenz
Elk gevolg werkt de oorzaak tegen
Veel oorzaak geeft veel tegenwerking = inductie
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
014 Voortplantingssnelheid
Als de geluidssnelheid in lucht 300 m/sec is, heeft een geluidstrilling van 1 Khz een golflengte van:
a 300 m
b 3.33 m
c 0.3 m
d 3.3 mm
300 m/sec is 300
300 / 1exp3 = 0.3 meter
CASIO-fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
015 Frequentie f = p / s f = 1 / t f = p / t
De tijdbasis van de oscilloscoop is zo ingesteld, dat 1 schaaldeel overeenkomt met 5 miliseconde
de frequentie van de aangelegde spanning is
a 40 Khz
b 50 Hz
c 1.6 Khz
d 25 Hz
f = 1/ t
de sinustijd [ = periodetijd ] is dus 40 mSec
f = 1 / 40exp-3 = 25 Hz
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
016 Audiosignaal
Een zender en ontvanger zijn 300 km van elkaar verwijderd.
Wat is de kortste tijd waarin het zendersignaal de ontvanger kan bereiken?
a 0,1 milliseconde
b 1 milliseconde
c 10 milliseconde
d 0,01 milliseconde
300 / t = distance(m) 300/distance = t let op de d = in meters
distance = 300 Km = 300.000 m
300 / distance = 300 / 300exp3 = 1msec
Cadio fx-85NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
017 mod_index β = Δf / fmod
De modulatie-index van een frequentiegemoduleerd signaal is:
a frequentiezwaai / modulatiefrequentie
b frequentiezwaai x modulatiefrequentie
c modulatiefrequentie / frequentiezwaai
d 1 / ( frequentiezwaai x modulatiefrequentie )
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
018 BB_CW BB CW = f-tone
Van twee telegrafiezenders [A1A] zijn hieronder de HF uitgangssignalen weergegeven
Wat is juist?
a signaal 1 heeft dezelfde bb als signaal 2
b er kan geen conclusie worden getrokken over het verschil in BB
c signaal 1 heeft een kleinere BB dan signaal 2
d signaal 1 heeft een grotere BB dan signaal 2
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
019 BB_AM BB AM = 2*f-mod
Een amplitudegemoduleerde zender wordt gemoduleerd met twee sinusvormige signalen van 3 en 6 kHz.
Een ontvanger die deze signalen met een AM-detector zonder vervorming kan ontvangen moet een bandbreedte hebben van minimaal:
a 18 kHz
b 6 kHz
c 12 kHz
d 9 kHz
BB = 2 x Lf
Het hoogste signaal is 6 Kc breed
Lf = 6 Kc max d.w.z. = 2 x 6 = 12 Kc
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
020 BB_EZB BB SSB = 1 x f-mod
In een enkelzijbandzender wordt het signaal opgewekt als lage zijband.
De draaggolfoscillator van het zijbandfilter moet liggen tussen de frequenties:
a 458.3 Khz en 455.3 Khz
b 452.0 Khz en 458.0 Khz
c 155.0 Khz en 458.0 Khz
d 452.0 Khz en 454.7 Khz
BB EZB = 3 KC ( 2700 Hz )
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
021 BB_FM BB FM = 2 x fmod + 2 x ? f
Een 2-meter FM-zender wordt gemoduleerd met spraak.
De zwaai is 3 kHz.
De bandbreedte van het hf-signaal is ongeveer:
a 6 kHz
b 1 kHz
c 12 kHz
d 3 kHz
BB FM = 2 x f-mod + 2 x Δf
BB FM = 2 x 3 KC + 2 x 3 Kc =
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
022 dB dB = 10 x log [P1 / P2]
Een 50 Mhz-zender is door 20 meter coaxiale kabel [demping = 20dB/100 meter] en een balun [demping = 0.4 dB] verbonden met een Yagi-antenne [winst = 10.4 dB].
Het zendvermogen bedraagt 10 Watt.
Het effectief uitgestraald vermogen [ERP] is :
a 30 W
b 20 W
c 10 W
d 40 W
kabeldemping 20 : 100 x 20 = 4 dB
de balun nog eens 0.4 dB wat het verlies doet oplopen tot 4.4 dB
Antennewinst - verliezen = 10.4 - 4.4 = 6 dB WINST
Elke 3 dB is dubbel vermogen , dus 6 dB PLUS geeft 4 x vermogen = 40 W
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
023 Rendement n = [Pout / Pin] x 100%
Een zender is aangesloten met een belastingsweerstand van 50 Ohm
Het rendement van de eindversterker is ongeveer
a 20 procent
b 60 procent
c 50 procent
Opgenomen vermogen
P = U x I = 12 V x 2.5 A = 30 Watt
Afgegeven vermogen
P = [IxI] x R = [0.6 x 0.6] x 50 = 18 Watt
Rendement
n = [18 / 30] x 100 = 60 procent
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
024 rho x l / q
De lengte en de doorsnede van een stuk koperdraad worden beide gehalveerd.
De weerstand tussen de einden van de draad:
A. verandert niet
B. wordt 2 x zo groot
C. wordt 2 x zo klein
D. wordt 4 x zo klein
Stel de lengte is 20
Stel de doorsnede is 4 mm2
R = L / q = 20 / 4 = 5 OHM
L wordt 10
q wordt 2 mm2
nu L = 10 en q = 2
R = L / q = 10 / 2 = 5 OHM
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
025 Oppervlakte A = 1/4p x d2
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
026 Capaciteit
Een condensator bestaat uit 2 gelijke platen ieder met een oppervlak van S cm2. en een onderlinge afstand van d cm.
Tussen de platen bevindt zich een materiaal met een relatieve dielektrische waarde van cr.
De capaciteit van deze condensator is evenredig met:
a crxS / d
b crxd / S
c crxS / d2
d dxS / cr
Isolator = Cr
A = S
d = d
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
027 RC_tijd t = 5 x RC
Bij het laden van een condensator via een weerstand van 10 kilo-ohm, verloopt volgens de grafiek.
De condensator heeft een waarde van:
a 10000 pF
b 100000 pF
c 1 µF
d 10 µF
RC-tijd = R x C in seconden.
5 x RC = de C geladen tot 67%.
We zeggen dat de C geladen is in 5 RC-tijd.
1RCt = 0.01 s
67% = 5RCt
RCt / R = C = 0.01 / 10K = 1exp-6 F = 1µF.
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
028 Xc Xc = 1 / [ 2 x pi x f x C]
Een condensator van 25 nF is aangesloten op een wisselspanning met een frequentie van 50 Khz
De rectantie Xc is ongeveer
a 254 Ohm
b 800 Ohm
c 127 Ohm
d 1250 Ohm
Xc = 1 / [ 2 pi f C ]
Xc = 1 / [ 2 pi 50exp3 25exp-9] = 127 Ohm
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
029 Impedantie
Voor een spoel geldt: Rl = 6 Ohm en Xl = 8 Ohm
De spoel wordt aangesloten op een wisselspanning van 84 Volt
De stroom door de spoel is
a 10.5 A
b 14 A
c 8.4 A
d 6 A
Z = √62 + 82 =
Casio fx-82NL I = U / Z = 84 : 10 = 8.4 Ampere
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
031 Inductie
Het aantal wikkelingen van een in enkele laag gewikkelsd spoel wordt verdubbeld
De overige eigenschappen ( bewikkelde lengte. diameter. kernmateriaal ) blijven ongewijzigd
De zelfinductie wodt ongeveer
a de helft
b 2 keer zo groot
c 4 keer zo groot
d 8 keer zo groot
n2 staat bovenin
dus 4x
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
032 Xl Xl = 2 x p x f x L
Een spoel met een zelfinductie van 0.25 henry wordt aangesloten op een wisselspanning
met een frequentie van 400 Hz.
De schijnbare weerstand van de spoel is ongeveer:
a 31.4 Ω
b 1600 Ω
c 628 Ω
d 100 Ω
XL = 2 x pi x f x L
Xl = 2 x 3.14 x 400 x 0,25 = 628 Ω
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
033 Fres f.res = 1 / [ 2 x pi x Ѵ (L x C)]
Indien van een parallelkring de capaciteit gehalveerd wordt zal de fres
a 2 maal zo hoog worden
b √2maal zo hoog worden √2 = 1.42
c √2maal zo laag worden √2 = 1.42
d gehalveerd worden
f.res = 1 / [2*pi*wortel(L*C)]
Stel L =10 C = 4
√LC = √40 = 6.325
Fres=1/[2.pi.√(L.C)] 1/[2.pi.√40] = 0.025 Hz
Casio fx-82NL
dan L = 10 C = 2
√LC = √ 20 = 4.472
Fres=1/[2.pi.√(L.C)] 1/[2.pi.√20] = 0.036 Hz
Casio fx-82NL
0.036 delen door 0.025 = 1.44 keer <<<< √2 = 1.41
dus antwoord B
KORT √LC = √40 = 6.325
√LC = √ 20 = 4.472 = 1.41 = √2
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
034 Bandbreedte BW = fh - fl
Welke frequentiekarakteristiek behoort bij de middenfrequent versterker van een 2-meter band ontvanger?
a karakteristiek 1
b karakteristiek 2
c karakteristiek 3
d karakteristiek 4
1= bandsper op 10.7 Mhz
2= banddoorlaat op 145 Mhz (smal)
3= spraakdoorlaat 200-3000 Hz
4= MF doorlaat op 10.7 Mhz
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
035 Q Q = f.res / BW
Dit is de frequentiekarakteristiek van een resonantiekring
De kwaliteitsfactor [Q] van deze kring bedraagt
a 16.7
b 25
c 100
d 50
De bandbreedte loopt van 99 tot 101 Khz
dus 2 Kc breed
De fc is hier 100 Khz
Q = f.res / BW = 100 / 2 = 50
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
037 Tafo P = P Up * Ip = Us * Is
In de weerstand wordt een vermogen van 1 Watt gedissipeerd.
I1 is dan:
a 200 mA
b 100 mA
c 25 mA
d 50 mA
P= 1 W bij 400 Ω
P = (I*I) * R
(I*I) = P / R
I = √ P/R I = √ 1/400 = 50 mA door de secundaire kant.
Casio fx-82NL
n = p/s = 1/2 = 0.5
n = Is/Ip 0.5 = 50 mA / Ip
Ip = 50 mA : 0.5 = 100 mA
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
038 Wikkelverhouding n = np/ns n = Up/Us n = Is/Ip n2 = Zp/Zs n2 = Cs/Cp
De impedantie Z bedraagt:
a 1 Ohm
b 10 Kohm
c 100 Ohm
d 1 Kohm
n = 1000 / 100 = 10
n2 = ZP/ZS >>> Zp = (n2) x Zs >>> Zp = 102 X 100 = 100 x 100 =10 Kohm
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
039 Versterking_Tr HFe = Ic / Ib
Voor een transistor geldt: Ube =0,7 V.
De basisstroom is te verwaarlozen.
Uce is:
a 4,3 V
b 5,0 V
c 0,7 V
d 10,7 V
Rt = 20K + 5K = 325Kohm
I = U / R = 25 / 25K = 1 mA
Ub = 1exp-3 x 5exp3 = 5 V Casio fx-82NL
Ue = Ub - Ube = 5 - 0.7 = 4.3 V
Ie = Ue / Re = 4.3 / 430 = 10 mA
Ic = Ie = 10 mA
Urc = 10m x 1K =10 V Casio fx-82 NL
25 - 10 = 15
15 - 4.3 = 10.7 V
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
┘
040 Steilheid S = Δ Iuit / Δ Uin
De grafiek geeft enkele karakteristieken van een triode weer.
De steilheid van deze buis is ongeveer:
a 4 mA/V
b 2 mA/V
c 3 mA/V
d 1 mA/V
Bij -3 V // 9 mA = 9/3 = 3mA/V
Bij -4 V // 12 mA = 12/4 = 3mA/V
Bij -5 V // 15 mA = 15/5 = 3 mA/V
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
041 Inverter A = R2 / R1
De uitgangsspanning Uuit is:
a 0 V
b -2 V
c -1 V
d +1 V
A = R2 / R1
A = 10K / 10K =1
Uuit = A x 1 = 1 x 1 = 1 maar wel negatief -1 V
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
042 niet_inverterende_versterking A = 1 + [R2 / R1]
De Versterking van de schakeling is:
a 0.1
b 11
c 10000
d 10
R2 is hier 100 KΩ
R1 ,ervoor, is hier 10 KΩ
A = 1 + [ R2 / R1 ]
A = 1 + ( 100/10 ) = 11
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
043 Lt = L1 + L2
De spoelen zijn niet gekoppeld.
Welke schakeling heeft een vervangingszelfinductie van 10 mH?
a 2
b 3
c 1
d 4
1= 15+5=20mH
2= 1(1/3+1/7) +5= 7.1mH
3=1(1/(7+13) +1/20) = 10mH
4= 1(1/2+1/3+1/5) =0.1mH
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
044 spoel_parallel Lv = 1 / ( 1/L1 + 1/L2
De spoelen zijn niet gekoppeld.
De vervangingswaarde van de twee spoelen ligt tussen:
a 15 en 30 mH
b 5 en 7.5 mH
c 10 en 15 mH
d 7.5 en 10 mH
Lv = 1 / ( 1/L1 + 1/L2
Lv = 1 / ( 1/10 + 1/15 ) = 6 mH Andere Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
045 Condensator in sereie Cv = 1 / ( 1/C1 + 1/C2 + 1/C3)
Twee condensatoren van 2000 picofarad worden in serie geschakeld
De vevangingswaarde is:
a 2000 picofarad
b 4000 picofarad
c 1000 picofarad
Cv = 1 / ( 1/C1 + 1/C2 + 1/C3)
1 / [1/ 2000 + 1/ 2000] = 1000 en alles in pF Andere Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
046 Condensator_parallel Ct = C1 + C2
Twee condensatoren van 2000 picofarad worden parallel geschakeld
De vevangingswaarde is:
a 2000 picofarad
b 4000 picofarad
c 1000 picofarad
alles in pF
Ct = C1 + C2
Ct = 2000 + 2000 = 4000 pF
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
048 LUICIUR
De spanning loopt 90graden in fase achter op de stroom in
a afbeelding 4
b afbeelding 1
c afbeelding 3
d afbeelding 2
afbeelding 1 U = 1800 met de stroom !
afbeelding 2 U = 2700 voor op de strrom I
afbeelding 3 U = 900 na op de stroom I
afbeelding 4 U = 00 in fase
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
049 It - parallel
De stroom door de weerstand is:
a 2 A
b 8 A
c 4 A
d 12 A
De Ic en de IL werken elkaar tegen
dus 5-2 =3 A inductief
It2 = Ir2 + Ix2
Ir2 = It2 - Ix2 = 52 - (5-2)2 = 25 - 9 = 16 A
Ir = √6 = 4 A
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
052 Q-factor_parallel_kring Qp = Rp / X
De kring is in resonatie
Na het sluiten van de schakelaar
a de spanning U2 groter en de bandbreedte van de kring groter
b de spanning U2 kleiner en de bandbreedte van de kring kleiner
c de spanning U2 kleiner en de bandbreedte van de kring groter
d de spanning U2 groter en de bandbreedte van de kring kleiner
De spanning wordt na het sluiten van de schakelaar gedeeld, dus U2 wordt kleinder
Qp = Rp / X
Van Rp R naar een Rp die kleinder wordt ,de stroom neemt toe
dus de Qp wordt kleinder >>> de Bb groter
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
053 Q-factor_serie_kring Qs = XL / Rs
Een seriekring bestaat uit een spoel van 1 uH met een ohmse weerstand van 0.1 Ohm en een condensator
De resonantiefrequentie bedraagt 8 Mhz
De Q-factor van de kring is ongeveer:
a 500
b 50
c 0.1exp-6
d 0.8exp-6
Qs = XL / Rs
Xl = 2 x pi x f x L
Xl = 2 x 3.14 x 8exp6 x 1exp-6 = 50 Ohm
Casio fx-82NL
Qs = XL / Rs Qs = 50 / 0.1 = 500
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
054 Bandbreedte B = f0 / Q
De 3 Db bandbreedte van een parallelkring met een resonantiefrequentie van 21 MHz en een Q van 70 is:
a 1470 Khz
b 600 Khz
c 300 Khz
d 150 Khz
B = f0 / Q
f0 = 21 Mhz
Q = 70
B = 21exp6 / 70 = 300 Khz
Q = fres / bb
bb = fres / Q = 21MHz / 70 = 300 KHz
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
055 fK
De kantelfrequentie van dit filter is ongeveer
a 3300 Hz
b 1000 Hz
c 50 Hz
d 500 Hz
1/ ( 2 x pi x 30exp3 x 10exp-9 )= 531 Hz
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
056 LF_versterker A = R1 / R2
Aan de uitgang van een If-versterker kunnen harmonischen van het ingangssignaal verschijnen wanneer:
a er parasitaire capaciteiten aanwezig zijn
b de bandbreedte beperkt is
c de versterking bij alle frequenties niet even groot is
d de versterker overstuurd wordt
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
057 OpAmp Vout = A x (V+ - V-) A = R2/R1
De uitgangsspanning Uuit is:
a 6.6 V
b -5.6 V
c -1 V
d 1 V
Vout = A x (V+ - V-) A = R2/R1
Niet invertor A = 1 + [R2 / R1]
Niet invertor
R2 = 56 K
R1 = 10 K
A = 1 + [R2 / R1]
A = 1 + (56 / 10) = 1 + 5.6 = 6.6 V
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
058 Spiegelfrequentie fs = 2 x MF
Een superheterodyne-ontvanger is afgestemd op 800 Khz.
De oscillatorfrequentie is 1255 Khz.
De spiegelfrequentie is:
a 1710 Khz
b 2055 Khz
c 455 Khz
d 345 Khz
TEKENEN, maakt veel duidelijk...
er onstaat dus een MF van 455 Khz
Spiegel = 2 x MF = 910 Khz van de ontvangst is 910 + 800 = 1710 Khz
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
064 PPM PPM = fAFw /fRes fAFw = PPM x fRes
Een hf-telegrafie ontvanger is afgestemd op een 15 MHz standaardfrequentie-zender. Gedurende 15 minuten verloopt de lf-toonhoogte van 1000 Hz naar 1300 Hz.
De frequentiestabiliteit van de ontvanger voor deze periode is:
a 1 : 30
b 1 : 5exp5
c 1 : 5exp4
c 1 : 15.exp4
300 Hz is de Afwijking in 15 minuten = 900 sec
PPM = fAFw / fRes
PPM = 300 / 15 Mhz = 2exp-5 = 20exp-6
De antwoorden uitrekenen geeft C ???
ad a 1 : 30 = 0.033333333333
ad b 1 :5exp6 = 0.0000002 = 200 exp-9
ad c 1 : 5exp-4 = 0.00002 = 20exp-6
ad d 1 : 15exp4 = 0.00000006666
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
059 Verkortingsfaktor λ = [ 300 / f ] x v
De verkortingsfactor is er bij een stuk coaxiale kabel de oorzaak van dat de verhouding
werkelijke lengte / elektrische lengte [lengten in dezelfde eenheid uitgedrukt]
a groter is dan 1
b gelijk is aan 1
c kleiner is dan 1
d afhankelijk is van de kabeldemping
Stel 1/1 golf voor 70.5 Mhz
300 / 70.5 = 425 cm = elektrische lengte
de verkortingsfactor is 0.98
De lengte wordt 0.98 x 425 = 416cm = werkelijke lengte
416 / 425 = 0.98 dus kleinder dan 1
RG58 coaxkabel heeft een verkortingsfactor van 0,66 (of ca 0,7 afgerond)
Dan is 66 cm fysieke kabel gelijk aan 1 meter elektrische lengte.
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
060 SGV SGV = RL/Rz
Twee stukken coaxkabel met een lengte van elk 0.25 Labda
en een impedantie van 70 Ohm zijn in serie geschakeld
De SGM, welke is gemaakt voor 50 Ohm geeft een staandegolfverhouding aan van ongeveer
a 2.8
b 1.0
c 2.0
d 1.4
SGV= RL/Rz
Rlast = 100 Ω
Rz = zender 50 Ω
SGV = 100 / 50 = 2
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
061 SNR
Het ruisgetal van een UHF-ontvanger is:
a. omgekeerd evenredig met de bandbreedte
b. onafhankelijk van de bandbreedte
c. evenredig met de bandbreedte
d. evenredig met het kwadraat van de bandbreedte
RUIS is er altijd...>>>
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
062 Rv Voorschakelweerstand Rv = ( Ub-Um ) / Im
Een gloeilamp van 24 V en 50 mA wordt via een weerstand aangesloten op een spanning van 60 V
Hoe groot is de voorschakelweerstand?
a 1500 Ohm
b 480 Ohm
c 720 Ohm
d 1200 Ohm
Rv = ( Ub-Um ) / Im
Rv = [60 - 24] / 50mA = 720 Ohm
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
063 Rshunt Rs = Um / [Ib-Im]
Een amperemeter heeft een inwendige weerstand van 20 Ohm
Met een parallelweerstand van 5 Ohm is het meetgebied 20 mA
Het meetgebied zonder parallelweerstand is
a 5 mA
b 4 mA
c 15 mA
d 16 mA
Rv = 1/[ 1/20 + 1/5] = 4 Ohm
U=I*R 20mA * 4 = 80mV
Im = 80mV/20 = 4mA
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \
065 Trajectverliezen X = 20 log λ of X = -20 log R
Als de f verdubbeld van 10 Mhz naar 20 Mhz ?
X = 20 log f
f= frequentie
20log10exp6 = 140 ( dB )
20log20exp6 = 146 ( dB )
140-146 = -6 dB
Casio fx-82NL
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------
Als de afstand verdubbeld van 1 Km naar 2 Km ?
X = 20 log R
R = afstand in Km
20log1 = 0
20log2 = 6
0 - 6 = -6 dB
Casio fx-82NL
Casio fx-82NL
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- \