001
Voor een goede werking dient R1 een waarde te hebben van:
a 1000 ohm
b 100 ohm
c 500 ohm
d 100 K ohm
-
002
De halfgeleider Q1 is een:
a N-kanaal veldeffecttransistor
b P-kanaal veldeffecttransistor
c NPN-transistor
d PNP-transistor
-
003
De halfgeleider Q2 is een:
a PNP transistor
b NPN transistor
c P-kanaal veldeffecttransistor
d N-kanaal veldeffecttransistor
-
004
R11 en R12 :
a dienen voor tegenkoppeling van Q3
b mogen geen draadgewonden weerstanden zijn
c vormen met C9 een laagdoorlaatfilter
d zorgen voor het juiste werkpunt van Q3
-
005
D3 – D6 is een :
a afvlakschakeling
b bruggelijkrichter
c balansmodulator
d enkelzijdige gelijkrichter
-
006
Q2 Q4 Q5 en Q6 zijn:
a NPN transistoren
b P-kanaal veldeffect transistoren
c N-kanaal veldeffect transistoren
d PNP-transistoren
-
007
Op de loper van R is een sinusvormig signaal aanwezig.
De potentiometer staat in de middenstand.
Het aan de hoofdtelefoon aangeboden signaal:
a is in tegenfase met het signaal op de loper van R15
b is in fase met het signaal op de loper van R15
c ijlt 360 graden na t.o.v. het signaal op de loper van R15
d ijlt 270 graden na t.o.v. het signaal op de toper van R15
-
008
Halfgeleider Q3 is een:
a NPN transistor
b N-kanaal veldeffect transistor
c PNP transistor
d P-kanaal veldeffect transistor
-
009
D1 is hier een:
a LED
b varicap
c zenerdiode
d gelijkrichtdiode
-
010
We bieden tov aarde een sinusvormig signaal aan op de loper van R15.
De potentiometer staat in de middenstand.
Het aan de hoofdtelefoon aangeboden signaal:
a is in fase met het signaal op de loper van R15.
b is in tegenfase met het signaal op de loper van R15.
c ijlt 270 graden na tov het signaal op de loper van R15
d ijlt 360 graden na tov het signaal op de loper van R15
-
011
Voor lf volumeregeling dient de volgende variabele weerstand of potmeter:
a R3
b R4
c R8
d R15
-
012
De schakeling rondom Q2 is bedoeld:
a voor het precies instellen van de drain-source spanning van Q.
b voor het opwekken van het oscillatorsignaal
c voor het regelen van het laagfrequentvolume van de hoofdtelefoon
d als detectorschakeling voor signalen van Q1
-
┘
┘
Figuur 07
013
Het circuit met Q3 Q4 Q5 en Q6 is een
a hoogfrequentversterker
b laagfrequentvwrsterker
c middenfrequentversterker
d gelijkstroonversterker
-