001

De componenten C9 en L3 vormen hier een:

a   bandfilter
b   laagdoorlaatfilter
c   parallelkring
d   seriekring

-
002

Transistor Q2:

a.  is het sleutelfilter
b.  is een scheidingstrap
c.  is een frequentie-vermenigvuldigingstrap
d.  zorgt voor de werkpuntstabilisatie van Q1

-
003

Smoorspoel rfc3 dient voor de instelling:

a   van de tegenkoppeling
b   in klasse A/B
c   in klasse A
d   in klasse B

-
004

R1 en R2:

a   zorgen voor de tegenkoppeling van Q1
b   voorkomen sleutelklikken en chirps
c   zorgen voor de werkpuntinstelling van Q1
d   dienen voor het dempen van het kwartskristal

-
FIGUUR 05