001
De reactantie van een spoel wordt groter, zowel bij
a lagere frequentie als bij grotere zelfinductie
b hogere frequentie als bij kleindere zelfinductie
c lagere frequentie ald bij kleindere zelfinductie
d hoger frequentie als bij grotere zelfinductie
-
002
De eenheid van zelfinductie is:
a Ohm
b Henry
c Farad
-
XL = 2 x pi x f x L
003
Een spoel met een zelfinductie van 0.25 henry wordt aangesloten op een wisselspanning met een frequentie van 400 Hz.
De schijnbare weerstand van de spoel is ongeveer:
a 31.4 Ω
b 1600 Ω
c 628 Ω
d 100 Ω
-
004
De stroom door de spoel is ongeveer:
a 2.4 A
b 0.24 mA
c 6 mA
d 60 A
-
005
Door een spoel met een zelfinductie van 0,2 henry loopt een sinusvormige wisselstroom van 2 ampère.
De frequentie van de wisselstroom is 70/2pi Hz.
De spanning over de spoel is:
a 20 V
b 28 V
c 56 V
d 40 V
-
006
Drie gelijke spoelen met dezelfde Q-factor worden parallel geschakeld.
Er is geen magnetische koppeling.
De Q-factor van de schakeling wordt:
a 3x hoger
b 9x hoger
c gelijk
d 3x lager
-
007
Een spoel met een coéfficiént van zelfinductie van 382 mH is aangesloten op een spanning van 260 volt bij 50 Hz en neemt een stroom op van 2 ampere.
De ohmse weerstand van deze spoel is ongeveer:
a 50 ohm
b 120 ohm
c 130 ohm
d 10 ohm
-
008
Een spoel met een zelfinductie van 0.2 henry wordt aangesloten op een wisselspanning met een frequntie van 50 Hz.
De schijnbare weerstand van de spoel is ongeveer:
a 10 ohm
b 31.4 ohm
c 62.8 ohm
d 125.6 ohm
-
009
Van een spoel is gegeven: L = 0,25 H.
Als f = 100 Hz, dan is XL ongeveer:
a 150 Ω
b 600 Ω
c 1200 Ω
d 2400 Ω
-
┘
010
Een weerstand van 10 ohm met aansluitdraden van ongeveer 5cm gefraagt zich in de 70cm amateurband voornamelijk als een
a condensator
b parallelkring
c spoel
d weerstand met een condensator in serie
-