006
Een smoorspoel met een impedantie van 10 ohm heeft een ohmse weerstand van 8 ohm en wordt aangesloten op een sinusvormige wisselspanning van 10 volt.
Het gedissipeerde vermogen is:
A. 12,5 W
B. 10 W
C. 8 W
D. 6 W
Z = 10 ohm
R = 8 ohm
U = 10 v
P=?
I = U/R
I=
U/Z 10/10 m= 1A
P=U*I alleen de weerstand!!!
P = 1*8 = 8 Watt
of
P = I2 x R = (1x1)x8 = 8 Watt
Extra uitleg:
Een smoorspoel is een spoel met een grote zelfinductie en een geringe ohmse weerstand.
In deze vraag komt het niet zozeer op het rekenen aan maar op een goed begrip van de termen.
Een impedantie van 10Ω; dat is de samengestelde van de zelfinductie van de spoel én de verliesweerstand van 8Ω
Het is dus niet nodig om met vectoren aan de gang te gaan.
Wordt op de impedantie van 10Ω een wisselspanning van 10 volt aangesloten, dan loopt er een stroom van 1 ampère.
Een ideale spoel kan géén vermogen opnemen, dat is alleen voorbehouden aan de verliesweerstand van 80Ω.
1 Ampère door een weerstand van 8Ω geeft een spanning van 8 volt.
Het gedissipeerd vermogen is dus 1 A x 8V = 8W
┘
┘