001
De impedantie Z is bij resonantie
a 141 Ohm
b 100 Ohm
c 200 Ohm
d 50 Ohm
-
002
Bij een bepaalde frequentie is XL 400 Ohm
Als de frequentie wordt verdubbeld , dan wordt de impedantie Z ongeveer
a 1100 Ohm
b 700 Ohm
c 850 Ohm
d 500 Ohm
-
003
De spoel heeft een gelijkstroomweerstand van 40 Ohm
De reactantie XL is 1 Kohm
De ingangsspanning is ongeveer:
a 104 V
b 204 V
c 100 V
d 4 V
-
004
De impedantie van de schakeling is
a 500 Ohm
b 300 Ohm
c 400 Ohm
d 700 Ohm
-
005
In de schakeling is de wisselstroom 0.5 Ampere
De aangesloten spanning is?
a 25 V
b 15 V
c 20 V
d 35 V
-
006
Als de frequentie wordt verdrievoudigd, dan wordt de ingangsimpedantie
a 400 Ohm
b 1800 Ohm
c 1000 Ohm
d 1400 Ohm
-
007
Voor een spoel geldt: Rl = 6 Ohm en Xl = 8 Ohm
De spoel wordt aangesloten op een wisselspanning van 84 Volt
De stroom door de spoel is
a 10.5 A
b 14 A
c 8.4 A
d 6 A
-
008
Het opgenomen vermogen van de schakeling is:
a 2.4 W
b 1.6 W
c 2.8 W
d 1.0 W
-
009
De impedantie Z is bij resonantie:
a 100 Ω
b 1100 Ω
c oneindig hoog
d 1000 Ω
-
010
Het in de schakeling gedissipeerde vermogen is:
a 1.6 W
b 2 W
c 1.4 W
d 2.5 W
-
011
Als de frequentie wordt verdubbeld, dan wordt de ingangsimpedantie:
a 1000 Ω
b 2200 Ω
c 1708 Ω
d 1100 Ω
-
012
Een spoel heeft een gelijkstroomweerstand van 24 Ω.
Bij een bepaalde frequentie is de reactantie 32 Ω.
De impedantie is dan:
a 40 Ω
b 56 Ω
c 24 Ω
d 32 Ω
-
013
Een smoorspoel met een impedantie van 10 ohm heeft een ohmse weerstand van 8 ohm en wordt aangesloten op een sinusvormige wisselspanning van 10 volt.
Het gedissipeerd vermogen is:
a 8 W
b 6 W
c 12.5 W
d 10
-
014
De impedantie tussen de aansluitpunten van de schakeling is:
a 5 Kohm
b 1.71 Kohm
c 1 Kohm
d 7 Kohm
-
015
De impedantie van de kring is:
a 333 ohm
b 500 ohm
c 1000 ohm
d 1500 ohm
-
016
.
De impedantie Z is bij resonantie?
a 75 Ω
b 100 Ω
c 300 Ω
d 400 Ω
-
017.
De impedantie Z is:
a √R2 + (2πfL)2
b R + 2πfL
c 1 / √LR
d R / 2πfL
-
018
In de figuur is het vectordiagramm weergegeven van de serieschakeling van een weerstand R en een spoel L.
Het opgenomen vermogen is:
a U x I
b Ut x I
c UL x I
d U2 / R
-
019
Het ogenomen vermogen is:
a 1.6 W
b 2.8 W
c 2 W
d 120 W
-
020
De impedantie Z is:
a Z = √R2 + ( 1/2πfC)2
b Z = R + 1/2πfC
c Z = √R2 + (2πfC)2
d Z = R + 2πfC
-
021
De impedantie van de schakeling is:
a 600 ohm
b 800 ohm
c 1000 ohm
d 1400 ohm
-
022
Een spoel heeft een gelijkstroomweerstand van 24 Ω.
Bij een bepaalde frequentie is de reactantie 32 Ω.
De impedantie is dan:
a 24 Ω
b 32 Ω
c 40 Ω
d 56 Ω
023
Een spoel heeft een zelfinductie van 0,5 H en een eigen- weerstand van 2 ohm.
De spoel wordt aangesloten op een batterij van 10 V met een inwendige weerstand van 0,5 ohm.
Na lange tijd bedraagt de stroom door de spoel:
a 3,2 A
b 4A
c 5A
d 20A
-
024
De impendantie Z is bij resonantie:
a 75 Ω
b 100 Ω
c 300 Ω
d 400 Ω
-
┘
025
Een parallelkring heeft
a bij alle frequenties dezelfde impedantie
b in resonantie een hoge impedantie
c in resonantie een lage impedatie
-
026
Bij resonantie is de impedantie Z
a 1000 Ohm
b 91 Ohm
c 1100 Ohm
d 100 Ohm
-
027
Bij een bepaalde frequentie is Xl = 400 Ohm
De frequentie wordt vedubbeld.
Wat is dan de impedantie Z?
a 850 Ohm
b 500 Ohm
c 1100 Ohm
d 700 Ohm
-
028
Voor een bruikbare modulatie zal de waarde van R1 liggen in de ordegrootte van
a 10 Ohm
b 600 Ohm
c 100 Kohm
d 1 Ohm
-
029
De spoel heeft een gelijkstroomweerstand van 40 ohm.
De reactantie (X.L ) is 1 K-ohm.
De ingangsspanning is ongeveer:
a 204 V
b 104 V
c 100 V
d 4 V
-
030
Een seriekring met hoge Q gedraagt zich op zijn resonantiefrequentie als een:
a. hoge weerstand
b. kortsluiting
c. lage weerstand
d. oneindig hoge weerstand
-
031
Een spoel heeft een gelijkstroomweerstand van 24 Ω.
Bij een bepaalde frequentie is de reactantie 32 Ω.
De impedantie is dan:
a 24 Ω
b 32 Ω
c 40 Ω
d 56 Ω
-
032
De spanning over de weerstand is?
a 280 V
b 150 V
c 200 V
d 210 V
-
033
De impedantie Z is bij resonantie:
a. 75 Ohm
b. 400 Ohm
c. 300 Ohm
d. 100 Ohm
-
034
De impedantie Z is bij resonantie:
a 1000 Ω
b 100 Ω
c 1100 Ω
d oneindig hoog
-
035
Als de frequentie wordt verdubbeld, dan wordt de ingangsimpedantie:
a 1708 Ω
b 1000 Ω
c 1100 Ω
d 2200 Ω
-
036
De reactantie van een zelfinductie als functie van de frequentie verloopt volgens:
a figuur B
b figuur D
c figuur A
d figuur C
-
037
In de onderstaande schakeling is een resonantiekring opgenomen.
Alle componenten zijn ideaal verondersteld.
De impedantie van deze schakeling bij de resonantiefrequentie van de kring is:
a nul
b R
c oneindig groot
d L/R
-
038
Van de schakeling is gegeven:
De spanning over de spoel is ongeveer gelijk aan:
a UL = 1 V
b UL = 20 V
c UL = 38 V
d UL = 71 V
-
039
Een spoel heeft een coeffricient van zelfinductie van 0.5 H en een eigen weerstand van 2 ohm.
De spoel wordt aangesloten op een gelijkspanningsbron van 10 V, welke een inwendige weerstand heeft van 0.5 ohm.
Na zeer lange tijd bedraagt de stroom door de spoel.
a 4 A
b 5 A
c 3.3 A
d 20 A
-
040
In de schakeling is de wisselstroom 0,5 ampére.
De aangesloten spanning is:
a 35 V
b 25 V
c 20
d 15 V
-
041
De impedantie van de schakeling is:
a 300 ohm
b 400 ohm
c 500 ohm
d 700 ohm
-
042
De spanning over de spoel is:
a 100 V
b 200 V
c 300 V
d 400 V
-
043
Een seriekring met hoge Q gedraagt zich op zijn resonantiefrequentie als een:
a. hoge weerstand
b. kortsluiting
c. lage weerstand
d. oneindig hoge weerstand
-
044
De spanning over de weerstand is ?
a 280 V
b 150 V
c 200 V
d 210 V
-