009
Tijdens het moduleren van een FM-telefoniezender met een toon van constante amplitude varieert:
a de frequentie en de amplitude van het uitgezonden signaal
b de amplitude van het uitgezonden signaal
c de frequentie van het uitgezonden signaal
d de frequentiezwaai van het uitgezonden signaal
BB FM=2*fmod+2* Δ f
┘