001
Van twee telegrafiezenders [A1A] zijn hieronder de HF uitgangssignalen weergegeven
Wat is juist?
a signaal 1 heeft dezelfde bb als signaal 2
b er kan geen conclusie worden getrokken over het verschil in BB
c signaal 1 heeft een kleinere BB dan signaal 2
d signaal 1 heeft een grotere BB dan signaal 2
-
BB CW = f-tone
002
Het uitgezonden signaal van een morsetelegrafiezender wordt op een oscilloscoop zichtbaar gemaakt.
Het signaal met de minste sleutelklik is weergegeven door:
a signaal 1
b signaal 2
c signaal 4
d signaal 3
-
003
Een gevoelige CW-ontvanger voor de 28 MHz band heeft omschakelbare middenfrequent filters.
Als de middenfrequent bandbreedte wordt omgeschakeld van 500 Hz naar 1000 Hz,
dan zal het ruisvermogen aan de ingang van de productdetector:
a. gelijk blijven
b. verdubbelen
c. halveren
d. verviervoudigen
-
004
In de aanduiding van uitzending 200HA1A wordt met 200H bedoeld:
a de soort informatie
b het type signaal
c de modulatievorm
d de bandbreedte
-
┘