Eenvoudige buizen [ triode en penthode].
Elektronenbuis:
Dit is de buis als diode, wordt voor gelijkrichting en demodulatie gebruikt.
Triode:
Heeft 1 rooster - het stuurrooster - waarmee met een kleine spanningsverandering een relatief grote stroomverandering tussen anode en kathode teweeggebracht kan worden.

Het stuurrooster, wat we tussen anode en kathode plaatsen, stoot in een bepaalde mate elektronen af of trekt ze juist aan.
Dit is afhankelijk van de spanning op het stuurrooster.
Een negatieve spanning op het stuurrooster zal de elektronenwolk rond de kathode afstoten, zodat er minder elektronen naar de anode gaan, en er dus minder stroom vloeit.
Bij een grote negatieve spanning komt de stroom zelfs tot stilstand.
Op die manier kun je met een kleine spanning de stroom door de buis regelen.

Penthode:
Heeft 3 roosters:
stuurrooster, schermrooster en keerrooster
waarmee het aantal actieve aansluitingen 5 bedraagt.
Figuur 1
Figuur 2
Figuur 3