N-09-02-001-vr
001
Een 2-meter zender veroorzaakt storing in de ontvangst van een UHF-teIevisie-uitzending.
De oorzaak hiervan is:

a   geen goede aanpassing van de zendantenne
b   een te grote frequentiezwaai van de 2-meter zender
c   onvoldoende onderdrukking van harmonischen in de 2-meter zender

-
002
Een amateurzender werkend in de 21 MHz band veroorzaakt storing in de frequentieband 61-68 MHz.
De storing kan worden verminderd door:

a   de uitsturing van de eindtrap te verkleinen
b   een hoogdoorlaatfilter achter de zender te plaatsen
c   de frequentiestabiliteit te vergroten

-
003
Een amateurzender werkend in de 21 MHz band veroorzaakt storingen in de TV-ontvangst van kanaal 4 (61-68 MHz).
De storingen kunnen worden opgeheven door:

a   een hoogdoorlaatfilter in de antennevoedingskabel van de zender toe te passen
b   de eindtrap in klasse C in te stellen
c   een laagdoorlaatfilter in de antennevoedingskabel van de zender toe te passen

-
004
Een 2-meter FM-station straalt te sterke harmonischen uit.
Als gevolg hiervan kan storing optreden in:

a   een ontvanger afgestemd in de FM-omroepband
b   een laagfrequentversterker
c   een TV-toesteI afgestemd in de UHF-band\

-
005
Wanneer in een geluidinstallatie laagfrequentdetectie optreedt als gevolg van een nabije EZB-zender, die gemoduleerd wordt met spraak, klinkt dat als:

a   vervormde spraak
b   ’n fluittoon
c   aan- / uitgeschakelde brom

-
006
Een 2-meter zender veroorzaakt storing in de ontvangst van een UHF-teIevisie-uitzending.
De oorzaak hiervan is:

a   geen goede aanpassing van de zendantenne
b   onvoldoende onderdrukking van harmonischen in de 2-meter zender
c   een te grote frequentiezwaai van de 2-meter zender

-
007
Als een radiozendamateur zijn yagi-antenne in een bepaalde richting zet en gaat zenden, blijkt bij de buren de CD-speIer gestoord te worden.
De CD-speIer heeft een CE-keurmerk.
De storing is waarschijnlijk het gevolg van:

a   harmonischen van de zender
b   frequentie-instabiliteit van de zender
c   de hoge veldsterkte van het zendsignaal in de CD-speIer

-
008
Een 2-meter zender stoort de ontvangst van TV-signaIen in de UHF-band.
Deze storing wordt meestal veroorzaakt doordat van de zender:

a   de frequentiezwaai te groot is
b   de frequentie niet stabiel is
c   de harmonischen-onderdrukking onvoldoende is

-
009
Een amateurzender veroorzaakt storing in een elektronisch orgel.
De oorzaak hiervan kan zijn:

a   de zender heeft een te grate bandbreedte
b   de zender straalt harmonischen uit
c   in het orgel treedt ongewenste detectie op

-
011
Laagfrequentdetectie wordt veroorzaakt door:

a   niet-lineaire effecten van halfgeleiders
b   onvoldoende harmonischen-onderdrukking van de zender
c   niet-lineaire zendereindtrappen\

-
010
Een TV-toesteI ondervindt op de meeste kanalen storing van een amateurradiozender werkend in de 50 MHz band.
De meest waarschijnlijke oorzaak is:

a   de ingangstrap van de TV wordt overbelast
b   de zender straalt harmonischen uit
c   bij de TV ontbreekt een laagdoorlaatfilter

-
012
Een 2-meter zender veroorzaakt storing in de ontvangst van een UHF-televisie-uitzending.
De oorzaak hiervan is:

a   onvoldoende onderdrukking van harmonischen in de 2-meter zender
b   geen goede aanpassing van de zendantenne
c   een te grote frequentiezwaai van de 2-meter zender

-
013
De draaggolf van een zender kan de volgende storing in de TV-ontvangst veroorzaken:

a   streeppatronen
b   dubbele beelden
c   spikkeltjes op het beeld

-
014
Een amateurzender werkt op 2 meter met FM.
Zijn tegenstations melden dat de uitzending sterk vervormd is.
De zender werkt op de juiste frequentie.
De oorzaak van de vervorming is waarschijnlijk:

a   de zendereindtrap is onvoldoende lineair
b   de frequentiezwaai van de zender is te groot
c   een repeater draait de zijbanden om

-
015
Van een amplitude-gemoduleerde 2-meter zender is de modulatie hoorbaar uit de luidspreker van een TV-ontvanger, zelfs als de volumeregelaar hiervan  op minimum is ingesteld.
De juiste conclusie is:

a   de storing zal verdwijnen als in de zender enkelzijbandmodulatie wordt toegepast
b   de TV-antenne heeft te weinig richteffect
c   in de laagfrequentversterker van de TV-ontvanger treden detectieverschijnselen op

-
016
Op grote afstand van een 21 MHZ zender worden rasterstoringen ondervonden in de televisie-ontvangst op kanaal 4 (63 MHz).
De storingen kunnen worden oppgeheven door.

a   frequentiemodulatie toe te passen
b   de harmonischen-uitstraling te verminderen
c   de afscherming van de antennekabel van de tv-ontvanger te verbeteren

-
017
Uit de luidsprekers van een geluidsinstallatie wordt het signaal van een 144 MHz amateurzender hoorbaar.
Er is al een netfilter aangebracht en er zijn smoorspoelen in de luidsprekerleidingen geplaatst
De storing blijft ook aanwezig als alle signaaltoevoerdraden zijn losgenomen.
De oorzaak van de storing is waarschijnlijk het gevolg van:

a   onjuist gebruik van ringkerntransformatoren
b   directe instraling
c   te sterke harmonischen van de zender

-
018
De draaggolf van een zender kan de volgende storing in de TV-ontvangst veroorzaken:

a   dubbele beelden
b   wegvallen van het beeld
c   spikkeltjes op het beeld

-