001
Men wil de gelijkspanning over de weerstand R met een voltmeter meten.
De aanwijzing is het nauwkeurigst indien de weerstand van de meter:

a   zo hoog mogelijk is
b   zo laag mogelijk is
c   10 K
bedraagt


-
N-08-01-001-vr
002
De juiste schakeling voor het meten van de weerstand R is:

a   schakeling 3
b   schakeling 1
c   schakeling 2


-
003
Om het opgenomen vermogen van de zender zo nauwkeurig mogelijk te meten, diem de weerstand van de respectievelijke meetinstrumenten te zijn:

a   A-meter hoog; V-meter hoog
b   A-meter hoog; V-meter laag
c   A-meter laag; V-meter hoog


-
004
De stroom die een gelijkstroomvoeding levert wordt met een universeelmeter gemeten.
De meter gedraagt zich als een:

a   isolator
b   weerstand met lage waarde
c   weerstand met hoge waarde


-
005
Een belasting is aangesloten op een spanningsbron.
Wat is de juiste plaats voor een spanningsmeter waarmee we de klemspanning van de spanningsbron willen meten?

a   in serie met de belasting
b   parallel aan de belasting
c   in serie met de spanningsbron


-
006
Een draaispoelmeter geeft bij 0,1 milli-ampére volle uitslag. De spanning over de meter bedraagt dan 0,2 volt.
Om het meetgebied 10 volt te maken is een voorschakelweerstand nodig van:

a   100 K

b   98 K

c   20 K



-
007
De spanning die een gelijkstroomvoeding levert wordt met een universeelmeter gemeten.
De meter gedraagt zich als een:

a   isolator
b   weerstand met hoge waarde
c   weerstand met lage waarde


-
008
De schakeling stelt de eindtrap van een zender voor.
Men wil de gelijkstroom door de eindtrap meten met een universeelmeter.
De juiste plaats voor de meter is:

a   plaats 1
b   plaats 2
c   plaats 3


-
009
Een micro-ampéremeter kan geschikt worden gemaakt voor het meten van een spanning van enige volts door:

a   een lage weerstand parallel te schakelen
b   een hoge weerstand parallel te schakelen
c   een hoge weerstand in serie te schakelen


-
010
In een schakeling, bestaande uit een batterij en twee in serie geschakelde weerstanden, moet de stroom door de weerstanden gemeten worden.
Wat is de juiste schakeling?

a   schakeling 3
b   schakeling 2
c   schakeling 1


-
011
Een milli-ampéremeter kan geschikt worden gemaakt voor het meten van ampéres door een:

a   hoge weerstand parallel te schakelen
b   lage weerstand in serie te schakelen
c   lage weerstand parallel te schakelen


-
012
Bij het doorverbinden van de klemmen X en Y wijst de draaispoelmeter volle uitslag aan.
De uitslag halveert bij het aansluiten van een weerstand tussen X en Y met een waarde van:

a   75 K

b   300 K

c   150 K



-