N-02-02-003-vr
001
In de afstemkring van de eindtrap van een 2-meter zender kan het beste gebruik gemaakt worden van een:

a   luchtcondensator
b   polystyreencondensator
c   elektrolytische condensator

-
002
De versterkertrap werkt op 145 MHz.
Wat is juist?

a   C1 is een keramische condensator C2 is een keramische condensator
b   C1 is een kunststofcondensator C2 is een electrolytische condensator
c   C1 is een keramische condensator C2 is een elektrolytische condensator

-
003
Een condensator met een capaciteit van 200 µF is een:

a   micacondensator
b   elektrolytische condensator
c   luchtcondensator

-
004
De hoogfrequent-verliezen van een condensator zijn het kleinst indien als dielektricum wordt toegepast:

a   polystyreen
b   keramiek
c   lucht

-
005
Variabele condensatoren worden toegepast in:

a   gelijkspanningsvoedingen
b   antenne-aanpasschakelingen
c   netontstoringsfilters

-
006
In variabele condensatoren is het dielectricum veelal:

a   lucht
b   kwarts
c   geolied papier

-
007
Op een condensator staat aangegeven: 20 µF/16 V.
Dit betekent:

a   de capaciteit van de condensator is 20 microfarad en de minimale werkspanning is 16 volt
b   de capaciteit van de condensator is 20 microfarad en de maximale werkspanning is 16 volt
c   de zelfinductie van de condensator is 20 microhenry en de maximale werkspanning is 16 volt

-
008
De gebruikelijke waarde van een afstemcondensator voor kortegolftoepassingen is:

a   10 nF
b  100 pF
c   1 pF

-
009
Op een condensator staat vermeld: 200 pF / 5%.
de waarde ligt dan tussen:

a   180 en 220 pF
b   190 en 210 pF
c   195 en 205 pF

-
010
Variabele condensatoren worden gevormd door twee geleiders met daartussen een dielectricum.
Ze worden veelal toegepast voor:

a   afstemming en afregeling
b   het regelen van de zelfinductie
c   het regelen van de diélectrische constante

-
011
Condensatoren met een grote capaciteit zijn:

a   luchtcondensatoren
b   elektrolytische condensatoren
c   micacondensatoren

-
012
Wanneer op een condensator met luchtisolatie een hogere spanning wordt aangelegd, zal de capaciteit:

a   groter worden
b   kleiner worden
c   gelijk blijven

-
013
Variabele condensatoren worden toegepast in:

a   gelijkspanningsvoedingen
b   antenne-aanpasschakelingen
c   netontstoringsfilters

-
014
Een gebruikelijke waarde voor een variabele condensator is:

a   10 nanofarad
b   1 microfarad
c   100 picofarad

-
015
De condensatoren C22 en C24 zijn:

a   elektrolytische condensatoren
b   keramische condensatoren
c   polyestercondensatoren

-
016
Als van een condensator van 200 pF de mogelijke waarde ligt tussen 190 pF en 210 pF dan is de tolerantie:

a   20%
b   10%
c   5%

-
017
Variabele condensatoren worden gevormd door twee geleiders met daartussen een dielectricum.
Een vaak toegepast dielectricum is:

a   lucht
b   aluminiumoxide
c   electrolyt

-
018
Elektrolytische condensatoren worden toegepast in:

a   gelijkspanningsvoedingen
b   netontstoringsfilters
c   antenne aanpasschakelingen

-
019
In de afstemkring van de eindtrap van een 2-meter zender kan het beste gebruik gemaakt worden van een:

a   elektrolytische condensator
b   polystyreencondensator
c   luchtcondensator

-