010
De inwendige weerstand van de ampéremeter bedraagt 1 ohm.
De stroom door de weerstand R is gelijk aan:

a   10 A
b  
10/11 A
c   11/10 A
U = I x R

Rt = R1 + R2

Rt = R + Ri = 10 + 1 = 11 Ohm

I = U / R = 10 / 11 A