jj_07_02_001v
009
De 40- meter amateurband grenst aan een omroepband. Als er s avonds een aantal omroepzenders door elkaar hoorbaar wordt op een in de amateurband afgestemde ontvanger is dit waarschijnlijk te wijten aan:
a harmonische
b intermodulatie
c over modulatie
d bijzondere propagatiecondities
-
010
De hoogste laag in de ionosfeer is:
a de E-laag
b de D-laag
c de sporadische E-laag
d de F-laag
-
011
Om een afstand van meer dan 5000 km te overbruggen wilt u gebruik maken van de ruimtegolf.
U kunt dan het best gebruik maken van:
a. soms optredende verstoringen van de propagatie door temperatuurinversies
b. een kortegolf frequentie (bv. 21 MHz.) in combinatie met reflecties door de ionosfeer
c. een langegolf frequentie (bv. 136 kHz) in combinatie met reflecties door de stratosfeer
d. een UHF-frequentie (bv. 435 MHz) in combinatie met reflecties door de biosfeer
-
┘
002
Verbindingen in de 14 MHz band over grote afstand worden gemaakt via…
a de troposfeer
b de ionosfeerlagen
c Aurora-reflectie
-
003
De eigenschappen in de troposfeer bepalen in belangrijke mate de voortplanting van radiogolven in de:
a HF-band
b VHF-band
c VHF- en HF-band
-
004
Bij gebruik van frequenties in het VHF-gebied kunnen grote afstanden beter overbrugd worden door:
a reflecties tegen de geïoniseerde F-lagen
b temperatuurinversies
c een goed geleidend aardoppervlak
-
005
Voor verbindingen uit Nederland met amateurstations op een ander continent kan het best gebruik worden gemaakt van:
a een frequentie hoger dan 10 Mhz met propagatie via de grondgolf
b een frequentie hoger dan 10 Mhz met propagatie via de ruimtegolf
c een frequentie hoger dan 5 Mhz met propagatie via de grondgolf
d een frequentie lager dan 5 Mhz met propagatie via de ruimtegolf
-
006
Na inval van de schemering zijn signalen van ver verwijderde zenders op de 80meterband sterker omdat:
a de F laag is gestegen
b de D laag dikker is geworden
c de D laag is verdwenen
-
007
De afstand, waarover in de 2meterband een verbinding gemaakt kan worden, wordt soms sterk vergroot door:
a veel stof in de lucht
b buiging in de luchtlagen van verschillende temperatuur
c een relatief hoog aantal zonuren per dag
-
008
Soms blijkt dat er op de 27Mhz band [11 meter] betere verbindingen mogelijk zijn dan op de 28Mhz band [10 meter].
Dat komt omdat:
a er op 10 meter minder met een vaste kanaalindeling gewerkt wordt
b de MUF net niet hoog genoeg is voor de 10 meter band
c er op 10 meter vaak met CW wordt gewerkt
d er op 10 meter meer zonnevlekken zijn
-
001
Elektromagnetische golven met een frequentie van ongeveer 1.8 MHz:
a geven bij afstanden van meer dan 500 km in het algemeen s nachts een betere ontvangst dan overdag
b worden gereflecteerd als gevolg van de temperatuurinversie
c zijn uitermate geschikt om afstanden van meer dan 10000 km te overbruggen
d worden niet gereflecteerd door lagen in de ionisfeer