001
Een met spraak in amplitude gemoduleerd hf-signaal (A3E) heeft als eigenschap:
a de bandbreedte is onafhankelijk van de frequentie van het gemoduleerde signaal
b alle zijbandcomponenten hebben gelijke amplituden
c de frequentie van de draaggolf is constant
d de fase van de draaggolf varieert in het ritme van de modulatie
-
002
Het zendvermogen van een A3J-zender wordt bepaald:
a. bij 50% modulatie met een 1300 Hz toon
b. bij modulatie met een 1500 Hz toon
c. bij modulatie met twee tonen , 1300 en 1500 Hz , met gelijke amplitude
-
003
Bij een 100% met één toon gemoduleerd AM – zendsignaal heeft iedere zijband een amplitude gelijk aan:
A. 12,5% van de draaggolf
B. 25% van de draaggolf
C. 50% van de draaggolf
D. 78% van de draaggolf
-
004
Een 100% in amplitude gemoduleerd signaal kan lineair worden versterkt door middel van:
a een frequentievermenigvuldiger
b een buffer ingesteld in klasse A
c een balansmodulator
d een eindtrap ingesteld in klasse C
-
┘