jj_03_03_004v
002
Een voeding wordt beveiligd met 1 of meer smeltveiligheden in de netleiding.
Dit wordt in de praktijk gedaan met:
a 1 trage zekering
b 1 snelle en 1 trage zekering in serie
c 1 snelle en 1 trage zekering parallel
d 1 snelle zekering
-
003
Als gelijkrichter kan worden toegepast:
a schema 2
b schema 4
c schema 1
d schema 3
-
001
De onbelaste uitgangsspanningen U1 en U2 zijn ongeveer:
a 20 V en 20 V
b 20 V en 40 V
c 28 V en 28 V
d 40 V en 40 V
-
004
De onbelaste spanning tussen de punten P en Q is ongeveer:
a 56 V
b 17 V
c 8 V
d 0 V
-
005
Om een gestabiliserende voeding op punt P te verkrijgen moet punt 1 worden doorverbonden met:
a 3
b 5
c 2
d 4
-
006
Als voedingsgelijkrichter kan worden toegepast:
a. gelijkrichter 3
b. gelijkrichter 4
c. gelijkrichter 1
d. gelijkrichter 2
-
007
De gelijkrichting van de voedingsspanning wordt verzorgd door:
a D3 en D4
b D5
c D4
d D3
-
008
Welke van de schakelingen kan worden toegepast om een negatieve en een positieve gelijkspanning te krijgen?
a X en Y
b X
c Y
d geen
-
009
De schakelende voeding wordt belast met RL.
T1 werkt als een schakelaar: open of dicht.
De spanning UC heeft de getekende golfvorm.
Uu is ongeveer:
a 8 V
b 12 V
c 24 V
d 6 V
-
┘
010
De schakelende voeding wordt normaal belast door RL.
De spanning Uc heeft de getekende golfvorm.
Uu is:
A. 4 V
B. 8 V
C. 12 V
D. 24 V
-