003
Bij een werkende oscillator wordt aan de volgende voorwaarden voldaan:
a. rondgaande versterking groter dan 1 ; rondgaande fasedraaiing 180 graden
b. rondgaande versterking kleiner dan 1; rondgaande fasedraaiing 270 graden
c. rondgaande versterking gelijk aan 1; rondgaande fasedraaiing 360 graden
d. rondgaande versterking oneindig; rondgaande fasedraaiing 90 graden
Extra uitleg:
Voorwaarden om te oscilleren:
Er moet een frequentie zijn waarbij de teruggekoppelde spanning (meekoppeling) in fase is (360º) met de oorspronkelijke ingangsspanning.
De versterking voor deze frequentie moet groter zijn dan 1 (en bij oscilleren 1) en in het begin groot om uit de ruis die ene frequentie te versterken.
┘
H3 06