9.2 Oorzaak van de storing in elektronische apparatuur
We moeten vaststellen of de storing die ondervonden wordt afkomstig is van onze eigen apparatuur (zender) of dat de storing optreedt door een tekortkoming in het gestoorde apparaat.

Veldsterkte van de zender
Een te grote veldsterkte van de zender, uitgestraald door de antenne, is meestal de oorzaak van storingen die wij als zendamateur veroorzaken in onze buurt.
De veldsterkte wordt veroorzaakt door het elektro-magnetisch veld.
De veldsterkte wordt niet alleen bepaald door het vermogen van de zender, maar ook door het soort antenne en de opstelling daarvan. Gebruiken wij bijvoorbeeld een Yagi richtantenne dan zal in de richting waarin deze antenne het meeste uitstraalt, de veldsterkte het grootst zijn, en in deze richting bestaat ook de grootste kans dat er storing wordt veroorzaakt door een te grote veldsterkte.
De veldsterkte is te meten met een veldsterktemeter.
Een veldsterkte detectiemeter is gemakkelijk zelf de bouwen, hiermee kun je bepalen waar de veldsterkte groter en kleiner is.
Voor het echte meten, als wij willen weten of wij boven de 3 V/m uitkomen, hebben wij een speciale, geijkte, veldsterktemeter nodig, en deze zijn vrij kostbaar.
De veldsterkte neemt met de afstand kwadratisch af, het verplaatsen van een antenne van de ene kant van de woning naar de andere kant van de woning is vaak al voldoende om de te grote veldsterkte bij de gestoorde buren op te heffen. (we bedoelen de buren met apparatuur die gestoord wordt, niet dat je buren zelf gestoord zijn).
Natuurlijk neemt dan ergens anders de veldsterkte weer toe en kan het daar tot problemen leiden.
We kunnen dan de antenne hoger neerzetten of ons vermogen verminderen.

Ongewenste uitstraling van de zender
Harmonische uit onze zender kunnen ook storing veroorzaken, en dan niet alleen in onze buurt.
Laten wij eens een voorbeeld nemen aan een soort zender die veel (aankomende) zendamateurs hebben gehad, het 27 mc bakkie.
Als wij deze instellen op kanaal 1, dit is 26,965 MHz, dan kan het voorkomen dat wij de lokale FM omroep op 107,9 MHz storen.
Dit is de oorzaak van onvoldoende onderdrukking van de 4e harmonische, want 4 keer 26,965 is 107,86 MHz.
Aangezien FM omroepstations breedbandig zijn zullen wij met deze harmonische interferentie veroorzaken op de lokale omroep, of, als de harmonische zeer sterk is door bijvoorbeeld een lineair achter het bakkie aan te sluiten, de lokale zender totaal te overstemmen.
Een andere storing die wij kunnen veroorzaken met harmonische is op de HF.
Als wij uitzenden op 7.110 MHz ligt de 2e harmonische op 14.220 MHz, precies in de 20 meter amateurband.
Als wij aan onze zender dan een multiband-antenne hebben aangesloten die zowel op de 40 meter als de 20 meter resonant is, dan zal deze harmonische ook vrolijk worden uitgestraald door onze antenne.
Aangezien je met enkele milliwatts al afstanden kan overbruggen via reflectie in de ionosfeer, kun je je voorstellen dat een harmonische over grote afstanden ontvangen kunnen worden.
Een andere uitstraling op ongewenste frequenties komt voor bij menging van frequenties en frequentievermenigvuldiging.
Als de ongewenste frequenties niet voldoende onderdrukt worden, kunnen deze storing veroorzaken.
Ook kan een stuurtrap of eindtrap door het verkeerd afregelen hiervan zelf gaan oscilleren.
Dit veroorzaakt een breedbandige storing en het stoorsignaal is erg onstabiel.
Van deze storing kan een groot deel van de buurt last krijgen als dit optreedt.
Zodra je merkt dat dit het geval is schakel je de voeding naar de stuur- en eindtrappen uit.
Als je alleen de stuurzender uit zou schakelen,kunnen de stuur- en eindtrappen vrolijk door blijven oscilleren met alle gevolgen van dien. (boze buren, bezoek AT, storing op vliegverkeer en hulpdiensten)

Ongewenste beïnvloeding van de apparatuur
Als de storing niet ligt aan het signaal uit de zender, maar aan de apparatuur zelf die de storing ondervindt, dan kan het signaal binnen gedrongen zijn via:
een antenne-ingang
andere leidingen, zoals audiokabels en het lichtnet
instraling direct op de printplaat

Het eerste probleem treedt op bij interferentie, er komt een sterk signaal binnen op de antenne dat interfereert met het gewenste signaal, maar ook kan intermodulatie optreden en blokkering.
Bij punt 2 en 3 hebben wij te maken met laagfrequentdetectie.
Luidsprekerkabels met een grote lengte zijn vaak prima HF antennes en via deze kabels kan het hoogfrequente signaal van onze zender binnendringen in de versterker.