┘
Stroom meten is wat lastiger dan spanning meten.
Spanning meten wij met een hoog-ohmige meter over de spanning.
De stroom loopt door de schakeling en we zullen dan de meter moeten opnemen in de schakeling.
Omdat de meter geen invloed mag hebben moet deze zeer laag-ohmig zijn.
Gelijkstroom
Zoals gezegd moet de weerstand van een stroommeter zo laag mogelijk zijn en in de schakeling worden opgenomen, want de stroom door de schakeling moet worden gemeten.
Omdat een meter altijd een weerstand heeft, zal er altijd wel een kleine beïnvloeding zijn van de meter.
Door een eenvoudige draaispoelmeter vloeit bij volle uitslag een stroom van laten wij zeggen 1 mA.
Dat is leuk als we kleine stroompjes willen meten, maar wat als wij een stroom van 1 Ampère willen meten?
Een weerstand in serie is geen oplossing, dan wordt de weerstand van de meter veel te hoog en zal de schakeling sterk beïnvloeden. Nee, wij moeten de stroom omleiden.
Als wij een metertje hebben dat bij 1 mA volle uitslag geeft, dan moeten wij er een weerstand parallel overzetten waar bij volle uitslag 0,999 Ampère doorheen gaat.
De weerstand parallel aan de meter wordt shunt genoemd en moet dan bijna 1000 keer kleiner zijn dan de draaispoelmeter zelf.
Heeft de meter een weerstand van 200 Ohm, dan zal de shunt een weerstand moeten hebben van 0,2 Ohm.
Deze getallen zijn bij benadering, we hebben de precieze berekening al eerder in de N-cursus behandeld in hoofdstuk N8.11 over stroom meten.
Wisselstroom
Wisselstroom meten is een vak apart.
Veel universeelmeters in het lagere segment kunnen geen wisselstroom meten.
Bij de duurdere meters wordt de te meten stroom door een laagohmige weerstand gestuurd en de spanning over deze weerstand wordt in een schakeling met een versterker versterkt tot een wisselspanning die voldoende groot is.
Daarna wordt de spanning gemeten al was het een gewone wisselspanning (zie meten van wisselspanning)
De waardes die deze spanningen opleveren worden echter weergegeven in Ampères.
Het vereist een goed ontwerp en goede rekenvaardigheid van de ontwerpers om aan te kunnen geven dat een gemeten spanning overeenkomt met een bepaalde stroomsterkte.
een ideale stroommeter heeft een weerstand van 0 Ohm. (bestaat niet)
een stroommeter nemen wij op in de schakeling zelf.
staat de stroommeter in een schakeling uit, dan is de weerstand tussen de aansluitingen van de stroommeter vaak oneindig
hoog (hangt van de gebruikte meter af) en werkt in dat geval de schakeling waarin de stroommeter ziet waarschijnlijk niet.
Een waarschuwing:
Als je je meter hebt gebruikt om stroom te meten, en je verandert de instellingen niet en je gaat vervolgens spanning meten, dan sluit je (dus per ongeluk) je laag-ohmige meter aan op een spanningsbron.
Het gevolg is dat er een grote stroom gaat lopen door je meter en ook in de schakeling die je aan meten bent.
In het beste geval vliegen er wat zekeringen uit, maar het kan kan wel eens het defect maken van een aantal componenten tot gevolg hebben.
Dus check altijd, voordat je meet, of je meter op het goede bereik staat.