5.413 Kaststraling
Niet alleen de antenne kan een signaal uitstralen.
Ook de zender zelf kan op de tafel van de zendamateur al signaal uitstralen als deze zender niet goed is afgeschermd.
Een voorbeeld van deze ongewenste uitstraling uit de zender zelf: stel er wordt frequentievermenigvuldiging in deze zender toegepast.
Als de zender niet goed is afgeschermd zullen ook de frequenties waaruit de frequentievermenigvuldiging is opgebouwd, in een beperkte omgeving hoorbaar worden.
Dit zijn ongewenste uitstralingen en kan ter plekke in de shack, maar ook in de buurt, voor problemen zorgen.
De zender, maar ook de ontvanger, dient voorzien te zijn van een deugdelijke afscherming.
Een metalen kast waarin de zender wordt ondergebracht dient voor dit doel.
Bouw dus HF-apparatuur nooit in kunststof behuizingen.
Ondanks het gebruik van een metalen kast kan de zender zelf nog steeds uitstralen, dit wordt 'kaststraling' genoemd.
Dit komt vooral voor op hoge frequenties.
De kast gaat dan als een soort antenne werken.
Fabrikanten proberen dit natuurlijk tot een minimum te beperken door dubbele afscherming en andere maatregelen.
Ook via de voedingslijnen zoals het netsnoer van een zender, kan signaal naar buiten komen en door het snoer als antenne worden uitgestraald.
Een smoorspoel in het snoer voordat het de kast uitkomt kan dat vaak verhelpen.