┘
Sleutelklikken en chirps komen voor bij het uitzenden in klasse A1A, dat is morse dat met de hand wordt ingevoerd en met het oor wordt opgevangen en ontcijferd door het menselijk brein.
Des te abrupter het inschakelen en uitschakelen van de draaggolf gebeurt, des te meer ongewenste frequenties naast de draaggolf zullen ontstaan bij het inschakelen en uitschakelen.
Naburige stations horen dan klikken in het tempo van morse naast het signaal.
Dus gaat de zender abrupt aan (van 0 tot 100W in 1 ms of minder dan krijg je kliks.
De meeste moderne zenders hebben hier niet zo veel last meer van omdat zogenaamde rijstijd van het signaal van 0 naar 100 W wordt ingesteld op circa 5 ms.
Chirps, of tjilpen, of tjoepen, ontstaan als een CW zender gaat uitzenden, de seinsleutel gaat naar beneden.
De frequentie is bij de start niet helemaal stabiel.
Daar kunnen verschillende redenen voor zijn die we hier met een aantal voorbeelden verklaren.
1. De zender een groot vermogen op uit de voeding en daarmee ook uit het elektriciteitsnet, batterij of accu.
Hierdoor zal de werkspanning in de regel iets inzakken.
De oscillator van de zender zal, als deze op dezelfde voedingsschakeling is aangesloten, ook minder spanning krijgen en mogelijk iets
van frequentie af gaan wijken.
Vooral oudere zenders zonder stabiliteitsschakelingen zijn hier gevoelig voor.
2. Zenders van mindere kwaliteit kunnen ook chirps veroorzaken als de spanning constant blijft.
Door het vermogen dat de eindtrap opneemt kan de ingangsimpedantie van de eindtrap veranderen en daarmee weer van invloed zijn
op de trap ervoor.
Dit kan doorwerken tot aan de oscillator die dan ook met een andere impedantie belast wordt door de buffertrap.
Er is dan weer kans dat er frequentieverandering optreedt.
3. Er zijn (zelfbouw) zenders die als de zender niet aanstaat alles uitschakelen en dus ook de oscillator.
Bij ieder sleutel-tapje start alles op en ook de oscillator.
In het chirp-geval is de oscillator niet meteen stabiel en dat frequentieverloop hoor je in de chirp.