4.44 Stabiliteit
Met de stabiliteit bedoelen wij de frequentiestabiliteit.
Geen oscillator zal op een duizendste Hertz nauwkeurig op zijn frequentie blijven.
Er is altijd een verloop.
Het verloop hangt af van de soort oscillator in de ontvanger, de opbouw van de oscillator (heeft de omgeving invloed op de frequentie), de spanning en de temperatuur.
Een eenvoudige oscillator met een LC kring zal veel minder stabiel zijn dan een kristaloscillator gebouwd in een oscillator-oventje.
Ja, een oventje, een gesloten kastje op de printplaat waarin de temperatuur constant wordt gehouden en waar de oscillator in ondergebracht is.
De meeste moderne ontvangers hebben een VFO oscillator waarvan de frequentie gecontroleerd wordt door de PLL.
Als de referentie oscillator in de PLL, een kristaloscillator moet dat zijn, goed stabiel is, dan zal de stabiliteit binnen de perken blijven.
Er zal echter altijd iets van onstabiliteit optreden.
De PLL past de frequentie pas aan als de VFO iets verlopen is.
Dit is wel minimaal, maar toch mag dit niet uit het oog verloren worden als we zeer nauwkeurige metingen nodig zouden hebben.
Dit geldt meer voor zaken zoals in de ruimtevaart, waar een afwijking van een tiende Hz in sommige apparatuur, kan leiden tot mislukkingen.
Als zendamateur merken wij vrijwel nooit of wij een Hertz te hoog of te laag zitten en de zender of ontvanger een Hertz verloopt.
Ernstiger is het als je bijvoorbeeld in digitale smalband modes werkt met een bandbreedte van 31 Hz en je ontvanger verloopt 5 Hertz, dan raak je het signaal kwijt en je tegenstation jou ook.
Het verloop van een oscillator wordt frequentiedrift genoemd en wordt uitgedrukt in parts per million (PPM).
De frequentiedrift van een ontvanger wordt vaak uitgedrukt in Hz/H, oftewel het aantal Hertz dat de ontvanger verloopt per uur. Hier kon je al meer lezen over de stabiliteit van een oscillator.
De frequentiedrift die aangegeven is bij de specificaties van zenders en ontvangers wordt gemeten nadat de oscillator enige tijd aanstaat en op de frequentie is afgestemd, omdat vlak na het aanzetten en afstemmen de frequentie nog niet helemaal stabiel is.
Dit is in moderne ontvangers echter een heel korte tijd van enkele tienden van seconden.
We onderscheiden lange duur stabiliteit en korte duur stabiliteit.
Korte duur stabiliteit is hoeveel de zender of ontvanger verloopt tijdens een kort durende uitzending en ontvangst, waarbij bijvoorbeeld afwisselend gezonden en ontvangen wordt.

De lange duur stabiliteit is hoeveel de ontvanger in frequentie verschoven is na bijvoorbeeld een uur aan te hebben gestaan zonder er verder iets aan gedaan te hebben, je komt dan uit op de eerder genoemde Hertz per uur verloop.
Een standaard ontvanger uit het begin van de 21ste eeuw heeft een verloop van tussen de 50 en 300 Hz per uur, terwijl goede ontvangers van tegenwoordig minder dan 15 Hz per uur verlopen.

Op de foto zie je een Yaesu ft-991 zend/ontvanger, deze set heeft een kleine frequentiedrift van minder dan 50 Hz per uur.