4.43 Gevoeligheid en ruisgetal
De gevoeligheid van een ontvanger is hoe minimaal een signaal mag zijn om het nog net verstaanbaar te ontvangen.
Dit wordt vaak het Minimum Detectable  Signal genoemd en wordt uitgedrukt in aantal microvolt op de antenne-ingang van een ontvanger.
Maar wat is dan hoorbaar of waarneembaar?
De gevoeligheid wordt dan uitgedrukt in µV bij een bepaalde signaal / ruis verhouding.
M.a.w. bij welke ingangsspanning op de ontvanger is het signaal een aantal dB sterker vergeleken met de ruis uit de ontvanger zonder het signaal.
Is de gevoeligheid 0,2 µV bij 12 dB s/n dan betekent dit dat een ingangsspanning van 0,2 µV een uitgangssignaal aan de luidspreker geeft dat 12 dB boven de ruis ligt.
Dit is nog behoorlijk in de ruis.
Als er een gegeven is dat de gevoeligheid 0,2 µV is bij 20 dB s/n is dit een stuk beter.
Het signaal komt dan 20 dB boven de ruis uit bij 0,2 µV ingangssignaal.
Omdat de versterker-trappen zelf ook ruis produceren kan een signaal niet tot het oneindige versterkt worden, je zult dan alleen nog maar ruis gaan versterken.

Ruisgetal
Het ruisgetal is de verhouding tussen de signaal ruisverhouding aan de ingang en de uitgang van een versterker of ontvanger.
Het ruisgetal geeft aan wat de eigen bijdrage aan ruis is van een versterker of de gehele ontvanger en deze moet natuurlijk zo laag mogelijk zijn.
Ideaal is een versterker die net zoveel ruis/ruis verhouding heeft op de uitgang geeft als op de ingang binnenkomt, dan is het ruisgetal 1. Het ruisgetal is signaal/ruis verhouding op uitgang gedeeld door signaal/ruis verhouding op de ingang, bij de ideale versterker is dit 1, maar in de praktijk is dit bij lange na niet haalbaar.
We kunnen deze verhouding ook weer in dB uitdrukken als we willen.
Het is dus in een ontvanger zaak om in de signaalbewerking zo weinig mogelijk ruis toe te voegen.
De relatieve ruistoevoeging is het grootst als de ontvangen signalen nog klein zijn, dus aan het begin van de ontvanger.
Is het signaal eenmaal versterkt aanwezig dan zal in een volgende ontvangertrap wel ruis toegevoegd worden maar dat is minder te merken omdat het ontvangen signaal al sterker  was.  Waar we dus voor moeten zorgen is dat de eerste hf-versterkertrap van de ontvanger (daar waar de signalen het kleinst zijn) zo min mogelijk ruis toevoegt.
Overigens is die hoeveelheid ruis niet alleen afhankelijk van de transistor die je gebruikt, maar ook van de temperatuur.
Hoe lager de temperatuur, des te minder ruis.
Dit merken we overigens pas echt als je de versterker afkoelt tot honderd of meer graden onder nul of nog beter, in de ruimte.

Examenvraag
Het ruisgetal van een UHF-ontvanger is?

evenredig met het kwadraat van de bandbreedte
evenredig met de bandbreedte
omgekeerd evenredig met de bandbreedte
onafhankelijk van de bandbreedte

hierboven zien wij een examenvraag uit 2012.
Het ruisgetal, de verhouding van twee signaal/ruis verhoudingen, is onafhankelijk van de gekozen bandbreedte.
Anders is het met signaal/ruisverhouding, deze is wel afhankelijk van de bandbreedte van de ontvanger.
Luister maar eens naar een morse of een data signaal met een smal filter en met een breed filter.
In het smalle filter is naar verhouding minder ruis hoorbaar en is de signaal/ruis verhouding dus beter.